Oefenen spelling blok 1 tot en met 3

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Wat gaan we doen?

Oefenen met de spellingregels uit blok 1 tot en met 3.

1. (hoesten)…….. of ………….(niezen) in je elleboog.
2. De docent ……….. (vinden) het fijn om de leerlingen weer te zien.
3. Iedereen …………….(blijven) deze zomer in Nederland.
4. De pretparken in Nederland ……………………. (verwachten) ondanks alles grote drukte.
5. (vinden)….. jij het fijn om weer naar school te gaan?

Juiste antwoorden

1. Hoest of nies in je elleboog.

2. De docent vindt het fijn om de leerlingen weer te zien.

3. Iedereen blijft deze zomer in Nederland.

4. De pretparken in Nederland verwachten ondanks alles grote drukte.

5. Vind jij het fijn om weer naar school te gaan? 

Hoe zat het ook alweer met het vervoegen van werkwoorden?

• Bepaal eerst of het werkwoord een persoonsvorm is.
• Is het een persoonsvorm, dan ga je het werkwoord vervoegen.
• Voor het vervoegen kijk je naar de ik-vorm!
• Tegenwoordige tijd? Ik-vorm + -t of ik-vorm + -en
• Verleden tijd? Ik-vorm + -te/-de of ik-vorm + -ten/-den

1. De minister heeft ……… (aankondigen) dat leerlingen in het vo vanaf 2 juni weer naar school mogen.
2. De leerlingen………… (wachten) vorige week tevergeefs op hun online les.
3. De storm van vorige week ……….. (verwoesten) het tuinhuisje.
4. De 1,5 meter regel moet ook op school worden ………..(handhaven).
5. Gelukkig heeft bijna iedereen weer …….. (voetballen).

Juiste antwoorden:

1. De minister heeft aangekondigd dat leerlingen in het vo vanaf 2 juni weer naar school mogen.
2. De leerlingen wachtten gisteren tevergeefs op de trein.
3. De storm van vorige week verwoestte het tuinhuisje.
4. De 1,5 meter regel moet ook op school worden gehandhaafd.
5. Gelukkig heeft bijna iedereen weer gevoetbald.   

Wanneer gebruik je 't-kofschip (of sexy fokschaap)?

• Bij twijfel over -te of -de en bij het voltooid deelwoord. 
• Als je 't-kofschip gebruikt heb je de stam van het werkwoord nodig. 
• Stam van het werkwoord is het hele werkwoord - en. Let op! Is niet altijd hetzelfde als de ik-vorm. 
• Komt de laatste letter van de stam voor in 't-kofschip, dan krijg je ik-vorm + -te of een voltooid deelwoord met een -t. 

Het …….. (hout) hobbelpaard paste niet in het …..(plastic) tasje.
Mijn ……… (oud) oma breit voor mij een …….. (wol) trui.
Er liep een ……… (onzichtbaar) lijn over de …….. (beton) vloer.
Het ……… (lief) kind was soms een …….(ondeugend) kind.
Het ……… (breekbaar) servies stond op een ………. (plastic) tafel.

Antwoorden:

1. Het houten hobbelpaard paste niet in het plastic tasje.
   
2. Mijn oude oma breit voor mij een wollen trui.
   
3. Er liep een onzichtbare lijn over de betonnen vloer.
   
4. Het lieve kind was soms een ondeugend kind.
   
5. Het breekbare servies stond op een plastic tafel.  

Er stonden twee …….. (pony) in de wei samen met twee …….. (ezel).
De …….. (duif) vlogen op toen de …….. (taxi) de Dam op reden.
Veel …….. (café) in alle …….(stad) van Nederland moeten hun deuren nog steeds gesloten houden.
De …………. (kind) vielen allemaal hun ……. (knie) kapot op het harde grasveld.
Sommige ziektes worden veroorzaakt door ……….. (bacterie), andere door ……. (virus).

Antwoorden:

1. Er stonden twee pony’s in de wei samen met twee ezels.
   
2. De duiven vlogen op toen de taxi’s de Dam op reden.
   
3. Veel cafés in alle steden van Nederland moeten hun deuren nog steeds gesloten houden.
   
4. De kinderen vielen allemaal hun knieën kapot op het harde grasveld.
   
5. Sommige ziektes worden veroorzaakt door bacteriën, andere door virussen.  

Afsluiting

• Vragen?
• Deze week herhaal je spelling blok 4 tot en met 6 en maak je oefeningen.
• Nieuwsquiz: https://nieuwsquiz.jimdosite.com/