Herhaling argumenteren

Herhaling argumenteren 
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Herhaling argumenteren 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
1. Ik kan onderscheid maken tussen een feitelijk en waarderend argument. 

2. Ik kan onderscheid maken tussen afhankelijke en onafhankelijke argumenten. 

3. Ik kan onderscheid maken tussen een standpunt en een argument. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Planning 
- Herhaling argumenteren

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Het zal mij verbazen als dit jaar de carnavalsoptocht in Den Bosch doorgaat. [Er wordt namelijk een erg harde wind voorspeld.]
A
Standpunt
B
Argument

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

[Het Nederlands verloedert] want jongeren gebruiken steeds meer Engelse woorden als spam, hacken, gamen, cool, relaxed en chill.
A
Standpunt
B
Argument

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Stelling: 
Je kunt beter met het openbaar vervoer naar Rotterdam gaan
Waarderend argument
Feitelijk 
argument

Het is veel gezelliger om met het openbaar vervoer naar Rotterdam te komen
Dan maken er meer mensen gebruik van het openbaar vervoer

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

Het Vechtdal College is een goede school. De leerlingen kunnen zich goed ontwikkelen.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende onafhankelijke argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende afhankelijke argumentatie

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Hij is geschikt voor deze baan als bankier, want hij heeft al 5 jaar werkervaring. Hij werkte hiervoor immers in dezelfde functie bij de Rabobank.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende onafhankelijke argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende afhankelijke argumentatie

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Hoe kun je nou denken dat je een goed cijfer gaat halen? Je bent gisteren pas begonnen met leren.
A
Autoriteit
B
Oorzaak-gevolg
C
Voordelen-nadelen
D
Voorbeeld

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Computergames kunnen een slechte invloed hebben op studieresultaten. Kijk maar naar mijn broertje: door het gamen komt hij niet meer aan zijn huiswerk toe.
A
Voorbeeld
B
Oorzaak-gevolg
C
Vergelijking
D
Autoriteit

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Waarom moet ik een briefje halen? Mark was vorige les ook te laat en zij hoefde geen briefje te halen.
A
Oorzaak-gevolg
B
Vergelijking
C
Voorbeeld
D
Autoriteit

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Marcel Proust en Gerard Reve behoren tot de top 10 van Europese schrijvers. Zie je nu wel dat
homoseksuelen veel artistieker zijn dan anderen?
A
Persoonlijke aanval
B
Verkeerde vergelijking
C
Overhaaste generalisatie
D
Vertekenen van het standpunt

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Iedereen weet dat alle literaire prijzen onderling verdeeld worden onder de schrijvers die ook jurylid
zijn.
A
Onjuist beroep op het oorzaak-gevolgschema
B
Ontduiken van de bewijslast
C
Overdrijven van voor- of nadelen
D
Bespelen van het publiek

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Voor wiskunde heb je talent nodig, want je kunt nog zoveel oefenen, bijles nemen, noem maar op,
uiteindelijk moet je het in je hebben.
A
Cirkelredenering
B
Persoonlijke aanval
C
Vals dilemma
D
Onjuist beroep op het kenmerk- of eigenschapsschema

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Als jij sympathiseert met die dierenactivisten die ’s nachts nertsboerderijen overvallen om de
nertsen vrij te laten, ben je in wezen tegen alles wat we in het vrije westen als beschaafde
samenleving hebben opgebouwd.
A
Vals dilemma
B
Vertekenen van het standpunt
C
Onjuist beroep op het autoriteitsschema
D
Persoonlijke aanval

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Die griepprik is natuurlijk volslagen onnodig. Laat ze eerst maar eens bewijzen dat hij echt op grote
schaal werkt.

A
Onjuist beroep op het autoriteitsschema
B
Vals dilemma
C
Overhaaste generalisatie
D
Ontduiken van de bewijslast

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Iemand die niet vooraf een proefexamen maakt, haalt een slecht resultaat. Jim heeft een onvoldoende, dus hij heeft het proefexamen niet gemaakt.
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredenering
D
generalisatie

Slide 17 - Quiz

Een foute conclusie trekken; een verkeerde voorstelling van oorzaak en gevolg.
Ajoub wordt een groot schrijver, want hij heeft veel gelezen en bovendien Nederlands gestudeerd.
A
vals dilemma
B
het voorbeeldschema
C
het oorzaak-gevolgschema
D
vertekenen van standpunt

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions