Herhaling toets stof spelling

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Herhaling toets stof spelling

Werkwoorden vervoegen

enkelvoud:

Eerste persoon: ik lach

Tweede persoon: jij/je/u lacht

derde persoon: hij/zij/ze/het lacht

Werkwoorden vervoegen

Meervoud:

Eerste persoon: wij lachen

Tweede persoon: jullie lachen

Derde persoon: zij/ze lachen

Zij lopen naar de stad.

1. eerste persoon meervoud
2. tweede persoon meervoud
3. derde persoon meervoud

Ik weet hier niets van.

1. eerste persoon enkelvoud
2. tweede persoon meervoud
3. derde persoon meervoud

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

stam = hele werkwoord -en

ik-vorm = ik loop, geef, wil

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Ik: ik-vorm

jij/hij/zij: ik-vorm + t

wij: hele werkwoord

Ik (wandelen) door het bos

1. Wandelt
2. Wandel
3. Wandelen

Hij (worden) vandaag 13.

1. Word
2. Worden
3. Wordt

Jij (vinden) spaghetti toch niet lekker?

1. Vinden
2. Vindt
3. Vind

Hoofdletters

Namen

Begin van een zin

Verbeter de zin:
kees wil vandaag naar de noordzee om met zijn vrienden jan van der brug en piet paulusma naar de zeehonden te kijken.

's avonds gaan de lichten van de eiffeltoren in parijs aan.

Jan doe nou eens een keer normaal

Oh nee daar gaan we weer

Mam heb je nog melk suiker en bloem in huis