§5.4 Wat houd je over?

Paragraaf 5.4
Wat houd je over?
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Paragraaf 5.4
Wat houd je over?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma
  • Terugblik § 5.2 (5 min.)

  • Uitleg deel 1 (5 min.)
  • Zelfstandig aan het werk (20 min.)

  • Uitleg deel 2 (10 min.)
  • Zelfstandig aan het werk (15 min.)

  • Afsluiting (5 min.)

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Afzet is een ander woord voor verkoopopbrengst.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Omzet is het aantal producten dat je hebt verkocht.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Voor het berekenen van de omzet moet je de afzet weten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Opdrachten
Maken:
  • Opdracht 53 t/m 61 (behalve opdracht 55)

timer
20:00

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Simon heeft in zijn winkel deze maand een brutowinst van € 10.455. Daarnaast had hij de volgende kosten:

- Huur winkelpand: € 1.190
- Verzekeringen: € 240
- Personeel: € 5.539
- Gas en licht: € 350

Bereken de nettowinst.

Slide 16 - Open question

€ 10.455 - € 1.190 - € 240 € 5.539 - € 350 = € 3.136
Opdrachten
Maken:
  • Opdracht 62 t/m 65

timer
15:00

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions