Vwo 2 - K7: Paragraf E: Grammatik B

VWO 2 - Woche 12 - Stunde 3
1 / 19
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

VWO 2 - Woche 12 - Stunde 3

Slide 1 - Slide

Aan het begin van de les
1. Zoek (rustig) je plekje op. 

2.Leg op de hoek van je tafel: 
  • Duits boek, (Neue Kontakte vwo 1-2 B)
  • Duits schrift, 
  • pen
  • iPad



3. Absentie controle

Slide 2 - Slide

Planung

Weißt du es noch? Persoonlijk voornaamwoord 1e en 4e naamval

Grammatik:
  • Besprechen: voorzetsels met de 4e naamval
  • Machen: K7 Aufgabe 24, 25, 26, 28, 29


Ziele

Voorkennis: 
  • Je weet wat een persoonlijk voornaamwoord is en kent ze in de 1e en 4e naamval.

Nieuw leerdoel:
  • Je kent de voorzetsels met de 4e naamval.


Toets Vokabeln K6 + K7 volgende week (V2duH4)

Slide 3 - Slide

Personalpronomen Akkusativ (4e naamval)
mich
es
uns
euch
sie (mv)
sie (ev)
dich
Sie
ihn
wen?
mij
haar
ons
jou
hen
het
jullie
u
hem
wie?

Slide 4 - Drag question

1e naamval
ich  - ik 
du   - jij
er    - hij
sie  - zij
es   - het
wir  - wij
ihr   - jullie
sie   - zij
Sie   - u
wer  -wie?
4e naamval
mich     - mij
dich      - jou
ihn         - hem
sie         - haar
es          - het      
uns        - ons
euch     - jullie
sie         - hen
Sie        - u
wen     - wie?

Slide 5 - Slide

Welches Bett ist für mich?                        - Welk bed is voor mij?               
Ich habe ein Poster für dich gekauft.     - Ik heb een poster voor jou gekocht. 
Hast du eine Lampe für ihn?                    - Heb je een lamp voor hem
Hier ist ein Stuhl für sie.                              - Hier is een stoel voor haar. 
Haben Sie eine Wohnung für uns?         - Heeft een een woning voor ons?
Ich habe die Möbel für euch bezahlt.     - Ik heb de meubels voor jullie betaald. 
Hier sind noch Stühle für sie.                    - Hier zijn nog stoelen voor jullie. 
Was kann ich für Sie tun?                          - Wat kan ik voor u doen? 
Für wen hast du das mitgebracht?        - Voor wie heb je dat meegenomen?
 Na für en een aantal andere voorzetsels staat het persoonlijk voornaamwoord in de vierde naamval.

In het Nederlands kennen we deze verandering van het persoonlijk voornaamwoord ook. 

Slide 6 - Slide

Voorzetsels met Akkusativ4e naamval:

durch - door
für - voor
gegen - tegen
ohne - zonder
um - om
bis - tot 
entlang - langs
Na deze voorzetsels staat het persoonlijk voornaamwoord in de vierde naamval.

Slide 7 - Slide

1) Sie hat (zonder hem) gesungen.
    ohne (+4 ) ihn

2) Erik hat sich (tegen mij) gestoßen.
    gegen (+4 ) mich

3) (Om ons) brauchst du dich keine Sorgen zu machen.
     um (+4) uns

4) (Voor wie) ist der Spiegel?
     für (+4) wen

Slide 8 - Slide

       Vertaal de voorzetsels
door
voor
tegen
zonder 
om
tot
durch 
  für
gegen
ohne
um
bis

Slide 9 - Drag question

Ich habe das .... (voor jullie) gemacht.
(S.42)
A
veur uns
B
für ihr
C
für euch
D
vor sie

Slide 10 - Quiz

Alles dreht .... (om mij).
(S.42)
A
um mir
B
om me
C
om ich
D
um mich

Slide 11 - Quiz

Warum machst du das .... (zonder hem)?
(S.42)
A
zunder er
B
ohne ihm
C
ohne ihn
D
zunder ihnen

Slide 12 - Quiz

Wer spielt morgen ....(tegen ons)?
(S.42/44)

Slide 13 - Open question

(Zonder jou).... will ich hier nicht wohnen.
(S.42/44)

Slide 14 - Open question

Hast du das (voor hem).... gekauft?
(S.42/44)

Slide 15 - Open question

Gibt es noch Fragen?

Slide 16 - Slide

Grammatik: voorzetsels en pers.vnw. 4e naamval
Lernziel
1. Je weet wat een persoonlijk voornaamwoord is en kent ze in de 1e en
    4e naamval.
2. Je kent de voorzetsels met de 4e naamval. 
Was
K4 E Grammatik Aufgabe 24, 25, 26, 28, 29 (S.44)
Wie
Lies die Aufgaben und ergänze die Antworten. Frage der Lehrerin wenn du etwas nicht verstehst. 
Hilfsmittel
Grammatik A & B (S.42/44)
Zeit
Diese Stunde, Aufgaben werden nächste Stunde besprochen
Fertig
leren weektaak 
- Voorzetsels 4e naamval en persoonlijk voornaamwoorden 4e naamval
- Toets V2duH4 Vokabeln Kapitel 6 und 7 

Slide 17 - Slide

nächste Stunde

      Weektaak nakijken: NIET AF/GELEERD = VOORKOMEN (achterstand inhalen)



        K7 F Sprechen Aufgabe 30 - 43


        Blijf op je plek tot de docent aangeeft dat het lesuur voorbij is. 
        Schuif je stoel aan en laat het lokaal netjes achter. Danke! 

        Slide 18 - Slide

        Slide 19 - Slide