Week 20 H3

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Programm

Rückblick

• Was haben wir letztes Mal gemacht?
  

Lernziel

• Was werden wir heute lernen?
  

Grammatik

• Spick-o-thek
  
• Schritt 36 Aufgabe 3

Aufgaben der Woche

Rückblick

• Was machten wir letztes Mal?

Lernziel

• Ik kan de meest gebruikte grammatica herkennen en toepassen in geschreven zinnen (A2)

Functies in de zin

Je leerde dat zowel in het Nederlands als in het Duits er verschillende zinsdelen zijn met verschillende functies.

• Gezegde
  
• Onderwerp
  
• Lijdend voorwerp*
  

*Je leerde ook dat deze functies woorden in de zin kunnen veranderen.

Lijdend voorwerp

Je leerde dat een lijdend voorwerp ook wel de 4e naamval heet.

Je leerde dat het lidwoord en bijvoeglijk naamwoord veranderen als het gekoppelde zelfstandig naamwoord mannelijk is én het lijdend voorwerp is

Die Schüler haben jetzt keinen Unterricht(m)

Zinsontleden?

Moet dit nu bij elke zin?-> Niet altijd.

 

Kijk eens naar dit voorbeeld:

• dat cadeau is voor ik (of moet dit iets anders zijn?)
  

Door het woordje voor in de zin te zetten verandert ik naar mij

Voorbeeld

Das Geschenk ist für ich (oder soll es mich sein?)

4e naamval

Naast het lijdend voorwerp is er nog iets belangrijkers om te zien of een zinsdeel in de 4e naamval staat.

Voorzetsels

Kijk eens in Schritt 36 welke.

4e naamval

Na deze voorzetsels heb je altijd een 4e naamval

dus:

 zie je 1 van deze voorzetsels? -> is het woord mannelijk?-> verandert er iets (der -> den / ein -> einen)

Moet je dit uit je hoofd weten?

Zou natuurlijk wel erg makkelijk zijn, maar het hoeft niet!

Je mag tijdens de opdrachten een spiekbriefje gebruiken.

Ik noem deze spiekbrief: Spick-o-thek

Aufgabe 3B auf Seite 20

Maak de eerste zinnen met behulp van je Spick-o-thek

We maken na 5 min oefenen samen de opdracht af

Aufgaben der Woche

Steht auf Magister