Ravj H6.2 (Box 3)

Doelen van deze les 
  • Je weet wat er valt onder de belastingen in box 3
  • Je weet wat de vermogensrendementsheffing is.
  • Je weet wat heffingskorting is en kan dit toepassen. 
  • Je weet hoe je de belasting in box 3 moet berekenen. 
1 / 13
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Doelen van deze les 
  • Je weet wat er valt onder de belastingen in box 3
  • Je weet wat de vermogensrendementsheffing is.
  • Je weet wat heffingskorting is en kan dit toepassen. 
  • Je weet hoe je de belasting in box 3 moet berekenen. 

Slide 1 - Slide

Belastbaar inkomen berekenen

Slide 2 - Slide

Wat kan ik hier mee?
Nu hebben we ons belastbaar inkomen, maar hoeveel belasting moet ik nu betalen over mijn inkomen?

Slide 3 - Slide

3 soorten belastingtarieven

  • Proportionele belasting =  Naarmate je meer verdient, betaal je procentueel evenveel belasting.
  • Progressieve belasting = Naarmate je meer verdient betaal je procentueel meer belasting.

Slide 4 - Slide

Belastingtarieven
1 Proportioneel (vlak) / 2 Progressief / / 3 Degressief
A
Proportioneel
B
Progressief
C
Degressief

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

BELASTING OVER JE VERMOGEN
box 3

Slide 7 - Slide

Box 3 - Vermogensrendementsheffing

  • De inkomstenbelasting in box 3 noem je ook wel vermogensrendementsheffing.
  • Box 3 van de inkomstenbelasting gaat over inkomen uit vermogen, zoals spaargeld en beleggingen.  
  • Bij deze belasting doet de overheid alsof je per jaar een bepaald percentage verdient aan rente met je spaargeld of winst op je belegging. Dit noem je het fictief rendement

Slide 8 - Slide

Box 3- Heffingsvrij vermogen
Het eerste deel van je spaargeld is belastingvrij.
Dit heet het heffingsvrij vermogen.
Alles daarboven wordt wel belast. Heb je minder spaargeld dan het heffingsvrij vermogen, dan betaal je in box 3 geen belasting.

Slide 9 - Slide

Box 3

Slide 10 - Slide

Mijn vermogen is 95.000 euro
Het heffingsvrijevermogen is 50.000 euro.
Het fictieve rendement is 1,9%
De belasting is 31%.
Bereken mijn te betalen belasting in box 3

Slide 11 - Open question

Heffingskorting
Van de belasting die je in box 1 en box 3 hebt berekend, gaat nog heffingskorting af.

Berekening:
Verschuldigde inkomstenbelasting =
belasting box 1 + belasting box 3 - heffingskortingen

Slide 12 - Slide

Aan de slag
Maken paragraaf 6.2
Klaar? Herhalingsopdrachten 7.1

Slide 13 - Slide