Wie kan de meeste tongbrekers foutloos opzeggen?
1. De slome slak eet slappe sla.
2. De kat krabt de krullen van de trap.
3. Zij sneed zeven scheve sneden brood.
4. Drie dikke drilboren drillen door drie dikke deuren.
5. De koetsier poetst de postkoets met de postkoetspoets.
6. Ping en Pong speelden pingpong: Ping pingpongde de pingpongbal naar Pong en Pong pingpongde de pingpongbal naar Ping.
7. De knappe kapper kapt knap, maar de knecht van de knappe kapper kapt knapper dan de knappe kapper kapt.
8. De postkoetskoetsier poetst de postkoets met postkoetspoets op een postkoetspoetsdoek.