29 form TOETS

Formatieve toets SPQR Les 29
A. Vul de volgende zinnen aan. Geef als antwoord steeds alleen de juiste letter(s) als het om een open vraag gaat.

pu = persoonsuitgang
1 / 27
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Formatieve toets SPQR Les 29
A. Vul de volgende zinnen aan. Geef als antwoord steeds alleen de juiste letter(s) als het om een open vraag gaat.

pu = persoonsuitgang

Slide 1 - Slide

Het futurum van werkwoorden met een a- of e-stam vorm je als volgt: prs. stam + ______ + pu.

Slide 2 - Open question

Het futurum van werkwoorden met een mk- of i-stam vorm je als volgt: prs. stam + _____ + pu.

Slide 3 - Open question

De uitzondering bij de werkwoorden
met een mk- of i-stam is de ____e persoon ev.
A
1ste
B
2de
C
3de

Slide 4 - Quiz

Die uitzondering bij de werkwoorden met een
mk- of i-stam krijgt bij deze persoon (zie vorige vraag) de letter _______.

Slide 5 - Open question

Het futurum exactum van alle werkwoorden
vorm je als volgt: pf.stam + _______ + pu.

Slide 6 - Open question

Formatieve toets SPQR Les 29
B. Geef de Nederlandse vertaling van de volgende woorden.

Let op dat je geen typfouten maakt!

Slide 7 - Slide

odisse

Slide 8 - Open question

divitiae

Slide 9 - Open question

umquam

Slide 10 - Open question

perdere

Slide 11 - Open question

Formatieve toets SPQR Les 29
C. Geef de Nederlandse vertaling van de onderstreepte woorden. Let goed op de context!

Slide 12 - Slide

Sine ara vir deos colere non potest.
Sine ara vir deos colere non potest.
A
verzorgen
B
bebouwen
C
vereren

Slide 13 - Quiz


Romani terra marique pugnaverunt.

Slide 14 - Open question


A te artem militarem didici.

Slide 15 - Open question


Copiae Romanae urbem perdent.

Slide 16 - Open question

Formatieve toets SPQR Les 29
D. In welke tijd staan de volgende werkwoordsvormen?

Slide 17 - Slide

permittunt
A
praesens
B
perfectum
C
futurum
D
futurum exactum

Slide 18 - Quiz

iuraverimus
A
perfectum
B
plusquamperfectum
C
futurum
D
futurum exactum

Slide 19 - Quiz

gaudebis
A
praesens
B
imperfectum
C
futurum
D
futurum exactum

Slide 20 - Quiz

fregerit
A
perfectum
B
plusquamperfectum
C
futurum
D
futurum exactum

Slide 21 - Quiz

perdam
A
praesens
B
imperfectum
C
futurum
D
futurum exactum

Slide 22 - Quiz

viceram
A
futurum
B
futurum exactum
C
praesens
D
plusquamperfectum

Slide 23 - Quiz

Formatieve toets SPQR Les 29
E. Vertaal de volgende Latijnse zinnen in correct Nederlands. Let goed op je vertaling van het futurum (exactum)!

De woorden die niet uit Les 29 komen, worden gegeven.

Slide 24 - Slide


Copiae hostium patriam nostram expugnabunt, 
si eis permittemus fines accedere.
hostis, hostes = vijand
noster, nostra, nostrum = ons, onze / si = als / 
is, ea, id = hij, zij, het / finis, fines = grens, gebied / accedere = naderen 

Slide 25 - Open question


Si pater nobis permiserit ire ad Forum, divitias videbimus.
pater = vader
ire = gaan
vidēre = zien

Slide 26 - Open question

finis certaminis

Slide 27 - Slide