Thema 7 les 4

• Taal
• Basisschool
• Groep 5

Thema 7 les 4

Genieten

= Als je ergens van geniet, dan vind je het heel fijn.

Doel

Ik kan het bijwoord uit de zin vinden.

Wat is een bijwoord?

Het bijwoord zegt iets over het werkwoord in de zin.

Matis roept hard naar zijn dochter.

Hoe roept Matis?

Het verhaal loopt goed af.

Hoe loopt het verhaal af?

 

Oefenen

Ik klap .......... in mijn handen.

Het boek is ......... geschreven.

Ik schrijf ........ in mijn schrift.

Niet verwarren

Bijvoeglijk naamwoord zegt iets over zelfstandig naamwoord.

Bijwoord zegt iets over het werkwoord.

Oefenen

De schrijver heeft het mooie verhaal over Ronja spannend verteld.

1) Wat is het werkwoord?

2) Hoe-vraag met het werkwoord.

Oefenen

Goed gedaan, beste mevrouw Lindgren.

1) Wat is het werkwoord?

2) Hoe-vraag met het werkwoord.

Hij splijt het hout langzaam.

(Hoe splijt hij het hout?)

1. Splijt
2. Hout
3. Langzaam

In een groot museum moet je zachtjes praten.
(Hoe moet je praten?)

1. Groot
2. Zachtjes
3. Museum
4. Praten

Ze leest snel een spannend boek.

Zij ziet er in haar rode jurk leuk uit.

Jij hebt in de goede taalles hard gewerkt.

Ik kan een bijwoord in de zin vinden.

Ik vind het moeilijk. Ik doe mee met de v.i.

Ik kan het redelijk. Ik maak zelf 2 en 3.

Ik kan het goed, ik maak 3 en 4.