T4 - Describir personas/arte

T4 - Describir personas/arte
1 / 31
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

T4 - Describir personas/arte

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Hoy
Leerdoelen:
• kan je beschrijven wat een kunstschilder aan het doen is op een dag uit zijn leven.
• Kan je kunstwerken beschrijven en vergelijken.
• Kan je mening geven over kunstwerken. (met de woorden: leuk vinden, geweldig vinden, ik denk dat, ik geloof dat, het lijkt mij….)

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

¿Cómo es..?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Grammatica en leerdoelen
Leerdoelen:
• kan je beschrijven wat een kunstschilder aan het doen is op een dag uit zijn leven. GERUNDIO
• Kan je kunstwerken beschrijven en vergelijken. MAS / MENOS - QUE y TAN COMO
• Kan je mening geven over kunstwerken. (met de woorden: leuk vinden, geweldig vinden, ik denk dat, ik geloof dat, het lijkt mij….) CREO QUE / PIENSO QUE / OPINO QUE

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Semana 45
Semana 45
¿Qué tal las vacaciones?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Vlog inleveren: 

Donderdag 14 nov vóór 15:00 
Magister Opdrachten 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Hoy
1. Herhaal je de werkwoorden ser/tener/llevar om iemand te kunnen beschrijven

2. Leer je over de gerundio 

3. Kun je vertellen wat er op een schilderij gebeurt (gerundio) 




Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Is deze zin correct?
Ella es el pelo liso
A
B
No

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

De zin was niet correct.
Schrijf de zin op in de juiste vorm: "Zij heeft stijl haar"

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Grammatica en leerdoelen
Leerdoelen:
• kan je beschrijven wat een kunstschilder aan het doen is op een dag uit zijn leven. GERUNDIO
• Kan je kunstwerken beschrijven en vergelijken. MAS / MENOS - QUE y TAN COMO
• Kan je mening geven over kunstwerken. (met de woorden: leuk vinden, geweldig vinden, ik denk dat, ik geloof dat, het lijkt mij….) CREO QUE / PIENSO QUE / OPINO QUE

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Cómo se dice:
Picasso is aan het eten (comer)
A
Picasso está comando
B
Picasso está comiendo

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Cómo se dice:
Frida is aan het schilderen (pintar)
A
Frida estoy pintando
B
Frida estás pintando
C
Frida está pintando
D
Frida está pintiendo

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Están dibujando
Están corriendo
Están viajando
Están hablando

Slide 16 - Drag question

This item has no instructions

Oefen opdracht
1. Veo..
2. Es/tiene/lleva..
3. Está..
4. Veo..
5. Pienso que/creo que..
6. (na de vakantie)

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Link

This item has no instructions

Semana 46 - Miércoles el once de noviembre 2024
Repasar el gerundio: Ik kan vertellen wat iemand aan het doen is
Describir colores: Ik kan kleuren beschrijven op een schilderij/foto

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Welke zin staat in de gerundio?
1.  Las chicas corren.
2. Las chicas están corriendo.
3. Las chicas han corrido.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

COLORES EN ESPAÑOL

¿Cuáles conocéis?

Slide 22 - Slide

Woordenweb maken op het bord

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Veo..
.. azul
.. verde

¿Qué más?

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

¿Puedes describir las personas?
¿Qué están haciendo? 
  ¿Qué colores ves? 

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Vul hier stap 4 t/m 6 in:

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Veo dos perros 
Veo colores como rojo y amarillo
Las personas están hablando
La mujer está corriendo
Veo un parque 
Veo una mujer con el pelo marrón
Frases sobre cosas
Hay dos edificios grandes
Frases sobre personas

Slide 29 - Drag question

This item has no instructions

Preguntas de personas:
- ¿Cómo es tu amigo/a? (describe tu amigo/a)
-¿Cómo es tu hermano/a?
(describe tu hermano/a)
- ¿Cómo son tus padres/abuelos?
(describe tus padres/abuelos)

Preguntas de pinturas:
- ¿Qué ves?
- ¿Qué colores ves?
-¿Qué objetos hay? 
-¿Qué están haciendo?
-¿Qué te gusta de la foto/ pintura?


Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Frases sobre personas

  • Veo tres mujeres
  • Veo cuatro hombres
  • La mujer está corriendo
  • El hombre está caminando
  • La mujer está caminando 
  • El chico anda en bicicleta
Frases sobre cosas

  • Veo verde, marrón, azul, amarillo.
  • Veo arboles
  • Veo edificios 
  • Hay un parque grande
  • Hay dos perros
  • Veo dos bicicletas

Slide 31 - Slide

This item has no instructions