* Je luistert naar de instructie
* Je blijft bij je eigen keukenblok
* Je praat rustig
* Je loopt rustig
* Je gaat voorzichtig met het materiaal om (bijvoorbeeld:niet zwaaien of lopen met messen).
* Je steekt je hand op als je een vraag hebt en wacht tot de docent je komt helpen.
* Je werkt in je tweetal en bemoeit je niet met anderen.
* Je gebruikt alleen het materiaal uit jouw keukenblok.