B1M2 - Woordstrategieën

Woordstrategieën
= verschillende manieren om de betekenis
van een woord te achterhalen. 

(B1M2 - p. 4)
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Woordstrategieën
= verschillende manieren om de betekenis
van een woord te achterhalen. 

(B1M2 - p. 4)

Slide 1 - Slide

Context
= betekenis afleiden via woorden of foto's rond het woord

  • synoniemen 
  • tegengestelde
  • meer informatie over het woord
  • foto

Slide 2 - Slide

Woorddelen onderzoeken
= betekenis afleiden door te kijken hoe het woord is opgedeeld

Voorbeeld: lippenstift -> stift voor de lippen

Slide 3 - Slide

Taalverwantschap
= betekenis afleiden door te kijken of je een woord kent dat erop lijkt. Dat kan ook uit een andere taal zijn.

Voorbeeld: 'Het is van groot belang dat je de taken maakt.'
->  belang?
-> Ik ken het woord 'belangrijk' ...

Slide 4 - Slide

Talige hulpmiddelen gebruiken
= betekenis opzoeken in een verklarend woordenboek 

Slide 5 - Slide

Klaar voor de test! 
Neem je smartphone.

Slide 6 - Slide

Welke woordstrategie gebruik je best?

De houten tafel voelt niet RUW aan. Ze is glad gemaakt.
A
context
B
woorddelen onderzoeken
C
taalverwantschap
D
talige hulpmiddelen

Slide 7 - Quiz

Welke woordstrategie gebruik je best?
Ik vind deze quiz best INTERESSANT.
A
context
B
woorddelen onderzoeken
C
taalverwantschap
D
talige hulpmiddelen

Slide 8 - Quiz

Welke woordstrategie gebruik je best?
Ik heb gelukkig nog nooit AMOUREUZE brieven gekregen.
A
context
B
woorddelen onderzoeken
C
taalverwantschap
D
talige hulpmiddelen

Slide 9 - Quiz

Welke woordstrategie gebruik je best?
Onze oven heeft een ANTIAANBAKLAAG.
A
context
B
woorddelen onderzoeken
C
taalverwantschap
D
talige hulpmiddelen

Slide 10 - Quiz

Welke woordstrategie gebruik je best?
Sofie is een SOCIOLOGE: ze onderzoekt de samenleving en alles wat daarmee te maken heeft.
A
context
B
woorddelen onderzoeken
C
taalverwantschap
D
talige hulpmiddelen

Slide 11 - Quiz

Welke woordstrategie gebruik je best?
In onze wijk zijn DIEVENBENDES aan het werk.
A
context
B
woorddelen onderzoeken
C
taalverwantschap
D
talige hulpmiddelen

Slide 12 - Quiz

Welke woordstrategie gebruik je best?
In de TRAPPENGANG wordt er wekelijks gepoetst.
A
context
B
woorddelen onderzoeken
C
taalverwantschap
D
talige hulpmiddelen

Slide 13 - Quiz

Aan de slag!
Neem je werkboek op p. 4

Slide 14 - Slide