Grammatica & Formuleren herhaling

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Programma

- Planning bekijken

- Datum toets

- Herhaling alle stof

Benoem de bijzinnen

Noteer het eerste en het laatste woord van de bijzin.

Geef daarna aan wat de functie is van de bijzin.

Voordat de spelers het veld opgaan, moeten ze allemaal de onderkant van hun voetbalschoenen aan de scheidsrechter laten zien.

Wat voor soort bijzin is dit?
Dan moeten ze allemaal de schoenen laten zien. Voordat...opgaan=

1. Ow-zin
2. Lv-zin
3. Mv-zin
4. Bwb-zin

Weet jij dat een pakketje uit het buitenland duurder is?

Wat voor soort bijzin is dit?
Weet jij dat?
Dat...is=

1. Ow-zin
2. Lv-zin
3. Mv-zin
4. Bwb-zin

Ik vraag me af of de oorlog in Oekraïne snel voorbij zal zijn.

Wat voor soort bijzin is dit?
Ik vraag me dat af.
Of...zijn =

1. Ow-zin
2. Lv-zin
3. Mv-zin
4. Bwb-zin

Samentrekking

Geef aan of de samentrekking goed of foutief is. 

Het meisje is erg verlegen en niet tot klassenvertegenwoordiger gekozen.

1. Juist
2. Foutief

Shirley heeft sinds kort een digitale camera en er al veel foto's mee gemaakt.

1. Juist
2. Foutief

Machteld heeft de trein gemist en daardoor mijn diploma-uitreiking niet meegemaakt.

1. Juist
2. Foutief

Tijn was met prachtige cijfers geslaagd en nu natuurlijk erg vrolijk.

1. Juist
2. Foutief

Verwijswoorden

Kies het juiste verwijswoord.

De politie wil meer personeel aannemen, omdat .... voor steeds hetere vuren komt te staan.

1. het
2. hij
3. ze

Kies het juiste verwijswoord:

Als u wilt dat ik de brief naar onze klanten verstuur, moet u ... wel eerst ondertekenen.

1. haar
2. hem
3. het

Kies het juiste verwijswoord.
De apotheek kon niet voldoen aan de vraag van ... klanten.

1. haar
2. hen
3. hun
4. zijn

Kies het juiste verwijswoord:

Vroeg of laat zal een van ... met de waarheid voor de dag moeten komen.

1. ze
2. hen
3. hun

Kies het juiste verwijswoord:

Hoewel de docent .... drie keer gewaarschuwd had, gingen ... gewoon door met praten.

1. hen, ze
2. hen, hun
3. hun, ze
4. hun, hun

Vul het juiste verwijswoord in:

Van de directie mocht Niels het T-shirt .... de tekst 'I am the devil' stond, niet meer aan naar de les.

1. waarop
2. op wie

Beknopte bijzinnen

Past het onderwerp van de hoofdzin in de beknopte bijzin?

Tevreden terugkijkend op een geslaagd feest deed Danica het licht uit.

1. Beknopte bijzin
2. Foutieve beknopte bijzin

Na een paar maanden goed te hebben getraind, liep Nienke de Nijmeegse Vierdaagse met gemak uit.

1. Beknopte bijzin
2. Foutief beknopte bijzin

Nog nagenietend van het fruit werd de thee al ingeschonken.

1. Beknopte bijzin
2. Foutief beknopte bijzin

Verblijd door opa's komst werd via internet een maaltijd besteld.

1. Beknopte bijzin
2. Foutief beknopte bijzin

Bij school aangekomen, bleken zijn boeken nog thuis te liggen.

1. Beknopte bijzin
2. Foutief beknopte bijzin

Rondtrekkend door de Verenigde Staten ontdekte Eva dat goede gezondheidszorg voor veel burgers onbereikbaar was.

1. goede beknopte bijzin
2. foutief beknopte bijzin

Ontleed de volgende zinnen

Benoem pv, gez (wg of ng), vv, lv, mv, bwb en bvb.

'Mijn vader is al jaren geïnteresseerd in verhalen over de Eerste Wereldoorlog.'

'In de landen in Zuid-Europa schijnen veel toeristen midden op de dag toch in de felle zon te zitten.'

'Volgens de politieagent worden de leerlingen niet verdacht van de diefstal van een laptop.'