Ne KGT/TL voorbereiding toets H5 deel 2

herhaling hoofdstuk 5 Lezen en Woordenschat
Herhalen Taalverzorging spelling, formuleren en grammatica
Start proeftoets maken (20-30 minuten)
Nog vragen over de onderwerpen?
Nederlands
week 23 les 2
Start met het maken van de proeftoets, 20 minuten
Daarna klassikaal bespreken
Hebben we alle doelen behaald?
Leren voor de toets Hoofdstuk 5: volgende week dindag
1 / 8
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 8 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

herhaling hoofdstuk 5 Lezen en Woordenschat
Herhalen Taalverzorging spelling, formuleren en grammatica
Start proeftoets maken (20-30 minuten)
Nog vragen over de onderwerpen?
Nederlands
week 23 les 2
Start met het maken van de proeftoets, 20 minuten
Daarna klassikaal bespreken
Hebben we alle doelen behaald?
Leren voor de toets Hoofdstuk 5: volgende week dindag

Slide 1 - Slide

Vorige les
Herhaling theorie Hoofdstuk 5, Lezen en Woordenschat. Iemand nog vragen daarover?

Als eerst laten zien opdrachten De Brug, achterin je boek. 
Van Lezen, Woordenschat, Taalverzorging Spelling en Taalverzorging Formuleren heb je alle opdrachten af. 
Huiswerkcheck! 

Slide 2 - Slide

Taalverzorging spelling
De verleden tijd van zwakke werkwoorden

Bij de verleden tijd van zwakke werkwoorden schrijf je achter de ik-vorm van het werkwoord de of te.
Je hoort vanzelf of het -te of -de moet zijn als je het verlengd.
Dus durven - ik durf - ik durfde, en niet: ik durfte

Slide 3 - Slide

Taalverzorging grammatica
Bijvoeglijke naamwoorden
Dat zijn woorden die je voor een zelfstandig naamwoord zet. Het zegt iets over het zelfstandig naamwoord dat ervoor staat
de lange man, de eeuwige roem, het mooie paard

Het stoffelijk bijvogelijk naamwoord zegt waar iets van is gemaakt, bijvoorbeeld houten, plastic, zilveren

Slide 4 - Slide

Taalverzorging formuleren
Verwijswoorden
Er zijn rijtjes om goed te kunnen verwijzen.
enkelvoud mannelijk (de woorden): hij, hem zijn, deze, die
enkelvoud vrouwelijk (de woorden): zij/ze, haar, deze, die
enkelvoud onzijdig (het woorden): het, zijn, dit, dat
meervoud: zij/ze, hun, deze, die
Als je twijfelt: kijk in een woordenboek.

Slide 5 - Slide

Proeftoets maken
Je krijgt de proeftoets uitgedeeld. Je gaat hier maximaal 30 minuten aan werken, je krijgt hem dus niet helemaal af. 

Je neemt hem mee naar huis om je voor te kunnen bereiden op de toets van volgende week dinsdag. Je krijgt de antwoorden mee. Kijk thuis de toets zelf na. 

Slide 6 - Slide

Proeftoets klassikaal bespreken

De docent bespreekt enkele opdrachten uit de proeftoets. 

Heb je een opdracht waar je niet helemaal uit kwam? 
Geef dit dan aan, dan kan die opdracht worden besproken. 

Slide 7 - Slide

Einde les
Eventueel voorlezen uit 2C of Matilda

Galgje spelen

Black stories/raadsels

Slide 8 - Slide