Grammatica - herhaling

Grammatica

Twee soorten:

- Zinsdelen

- Woordsoorten

Zinsdelen

1. Onderstreep de pv.

2. Zet zinsdeelstrepen.

3. Benoem het ow.

4. Benoem het wg.

5. Benoem het lv en/of het mv als ze er zijn.

6. Benoem de bwb als ze er zijn.

Voorbeeld

Romy wilde Jochem zijn telefoon niet teruggeven.

Wat is de pv?

Voorbeeld

Romy wilde Jochem zijn telefoon niet teruggeven.

pv = wilde

Voorbeeld

Romy wilde Jochem zijn telefoon niet teruggeven.

pv = wilde

2. Wat zijn de zinsdelen?

Voorbeeld

Romy/ wilde /Jochem /zijn telefoon/ niet/ teruggeven.

pv = wilde

3. Wat is het onderwerp?

Voorbeeld

Romy/ wilde /Jochem /zijn telefoon/ niet/ teruggeven.

pv = wilde

ow = Romy

4. Wat is het gezegde?

Voorbeeld

Romy/ wilde /Jochem /zijn telefoon/ niet/ teruggeven.

pv = wilde

ow = Romy

wg = wilde teruggeven

5. Is er een lv?

Voorbeeld

Romy/ wilde /Jochem /zijn telefoon/ niet/ teruggeven.

pv = wilde

ow = Romy

wg = wilde teruggeven

lv = zijn telefoon

6. Is er een mv?

Voorbeeld

Romy/ wilde /Jochem /zijn telefoon/ niet/ teruggeven.

pv = wilde                                 7. Zijn er bwb's?

ow = Romy

wg = wilde teruggeven

lv = zijn telefoon

mv = Jochem

Voorbeeld

Romy/ wilde /Jochem /zijn telefoon/ niet/ teruggeven.

pv = wilde                                            bwb = niet

ow = Romy

wg = wilde teruggeven

lv = zijn telefoon

mv = Jochem

Gisteren heeft de docent het huiswerk om 19:00 op Magister gezet.

Ik pak de fiets uit de garage.

Ik heb het geheim aan hem doorverteld.