- Pv: verandert als je de zin van tijd of getal verandert.
- Ow: wie/wat + pv?
- Wg: alle werkwoorden in de zin.
- Lv: wie/wat + ow + wg?
- Mv: (aan/voor) wie of wat + gezegde + onderwerp + lv?
- Bwb: zinsdelen die over blijven. Waarom, wanneer, waar, hoe, etc.?
- Zinsdeelstrepen: de grootste groep woorden die vóór de pv kan staan, is een zinsdeel.