Ik kan:
- Uitleggen wat er gebeurt met de temperatuur bij het afkoelen of verwarmen van een stof en
- daarbij uitleggen wat bedoeld wordt met een kook- en smeltpunt en ik weet dat deze stofspecifiek zijn.
- Uitleggen wanneer je kunt zeggen dat een vloeistof kookt en aangeven waaruit de bellen bestaan.
- Uitleggen op welke manier je het vriespunt van water kunt verlagen en daarbij een toepassing noemen.
- Een smelt- en stoldiagram maken en interpreteren.