H1: bespreken 4 en 5 van Schr. H1, uitleg 1.18 en lichaamstaal, maken 2, 4, 5 en 6

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 2

- Bespreken opdr. 4 en 5  (Schrijven H1)

- Uitleg 1.18: spreekdoel, publiek, taal en stem

- Klassikaal opdr. 2 en 4 (SKL H1)

- Uitleg lichaamstaal 

- Hw: opdr. 5 en 6 (SKL H1)

Lesdoelen

Schrijven:

- Je kunt een grappige e-mail schrijven.

- Je kunt een nieuwsbericht schrijven.

- Je kunt een informerende tekst aanvullen met een aansporende alinea.

Spreken, kijken en luisteren H1:

- Je kunt de lichaamstaal van een spreker herkennen.

- Je weet welke lichaamstaal je moet gebruiken tijdens een presentatie.

Bespreken 

opdr. 4 en 5

- Opdr. 4: 

Voeg aan je tekst over mevrouw Hoeks een aansporende alinea toe

- Opdr. 5: 

Schrijf een nieuwsbericht voor de buurtkrant over een rommelmarkt waarmee je geld op gaat halen voor mevrouw Hoeks.

Volg het stappenplan van de opdrachten.

1.18 Spreekdoel, publiek, taal en stem

Spreekdoel: informeren, amuseren, uitleg geven, overhalen en overtuigen (zelfde als de tekstdoelen)

Publiek: de mensen aan wie de spreker iets vertelt

Taal: taalgebruik passend bij het spreekdoel en publiek (formeel of informeel)

Stem: volume, toonhoogte, intonatie en tempo

Opdracht 1

(blz. 52)

We gaan een fragment van Hans Klok kijken. Beantwoord hierbij de vragen van opdracht 2.

vms.thiememeulenhoff.nl

Opdracht 1

(blz. 52)

1 Wat is het spreekdoel?

2 Wie is het publiek?

3 Taalgebruik: formeel of informeel?

4 Stemgebruik: volume, intonatie, toonhoogte

5 Vind je het taal- en stemgebruik passend bij het publiek?

Opdracht 4

(blz. 53)

We gaan een fragment van NOSop3. Beantwoord hierbij de vragen van opdracht 4.

vms.thiememeulenhoff.nl

Opdracht 4

(blz. 53)

1 Hoeveel jongeren zijn verslaafd aan gamen?

2 Hoeveel gevolgen van een gameverslaving worden genoemd?

3 Hoe probeerden Ricardo's ouders hem van het gamen af te houden?

4 Wat bedoelt Ricardo met ompraten?

5 Wat is een kliniek?

Lichaamstaal? (blz. 53)

Lichaamstaal is de taal die je met je lichaam laat zien (zonder iets te zeggen).

- Lichaamshouding: hoe staat of zit de spreker erbij?

- Gezichtsuitdrukking: hoe kijkt de spreker?

- Oogcontact: kijkt de spreker zijn gesprekspartners aan?

Huiswerk 

Opdr. 5 en 6

Bekijk nogmaals fragment 1, 2 en 3. Neem het schema over en beoordeel de lichaamshouding, gezichtsuitdrukking en het oogcontact van de sprekers.

Fragment 1: http://vms.thiememeulenhoff.nl/p/basic_720_400_ot_ap_grey/c/2546644.html

Fragment 2: http://vms.thiememeulenhoff.nl/p/basic_720_400_ot_ap_grey/c/2546663.html

Fragment 3:

http://vms.thiememeulenhoff.nl/p/basic_720_400_ot_ap_grey/c/2546646.html