introductieles basisschool

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Herzlich Willkommen!

Welkom online 3 Vwo

Vandaag log je in bij lessonup.com met de code die in je mail staat. Het is de bedoeling dat je alle opdrachten in deze les maakt.    Heb je vragen/problemen gebruik dan de chat. We zitten namelijk hier in een repetitie en we willen de leerlingen in lokaal 102 zo min mogelijk storen. 

            Ga naar lessonup.com en log in met de code     

De code staat links onder                 voer je eigen naam in                                            

Deutsch lernen ist nicht schwer

Ich stelle mich vor:

wat heb je gehoord
over mij?

Welke redenen om Duits te leren worden er in het filmpje genoemd? Noem er 3!

Als dit op mijn bord ligt, wat eet ik dan?

1. Boulette
2. Huhn
3. Knödel
4. Hackfleisch

0

In welk dialect is dit lied gezongen?

1. Berlinerisch
2. Österreichisch
3. Sächsisch
4. italienisch

Welk van de volgende woorden betekent in het Duits niet hetzelfde als in het Nederlands?

1. het meer / das Meer
2. echt / echt
3. de angst / die Angst

Welke drie merken zijn Duits?

1. Ikea, Facebook en Chanel
2. Dr. Oetker, Adidas en Porsche
3. Apple, Porsche und Nike

0

Wat denk je dat er met Dori aan de hand is?

1. Ze vindt Nemo op eens toch niet meer leuk en van hem af komen
2. Ze is helemaal vergeten dat ze Nemo net ontmoette
3. Ze leidt aan achtervolgingswaan

In Duitsland liggen veel pretparken. Welk pretpark is de grootste (qua bezoekersaantallen)?

1. Phantasialand
2. Europapark
3. Heide-Park

Wat is de bijnaam van bondskanselier Angela Merkel?

1. Die Professorin
2. Die Eiserne Dame
3. Mutti

Wat is het hoogste cijfer dat je in Duitsland op school kunt halen?

1. 6
2. 1
3. 10

Wat is de bijnaam van voetbalclub Bayern München?

1. FC Hollywood
2. FC Die Champions
3. FC Hollandia

Welk sportmerk is niet Duits?

1. Puma
2. Nike
3. Adidas

Welke volgorde hebben (van boven naar beneden) de kleuren van de Duitse vlag?

1. Zwart-rood-goud
2. Rood-goud-zwart
3. Goud-rood-zwart

Veel  Duitse woorden lijken op hun Nederlandse vertaalwoorden. Vooral op het gebied van sport zul je veel overeenkomsten  zien. Je gaat met een quiz nu een aantal nieuwe woorden  leren.

1. reiten
2. tanzen
3. schwimmen
4. malen

1. reiten
2. malen
3. singen
4. tanzen

1. singen
2. Rad fahren
3. schwimmen
4. reiten

1. Volleyball spielen
2. Fußball spielen
3. Minigolf spielen
4. Schlittschuh laufen

1. Ski laufen
2. Skien
3. reiten
4. tanzen

1. reiten
2. Ski laufen
3. Rad fahren
4. malen

de wereldkampioen

1. der Kampioen
2. der Europameister
3. der Weltmeister

1. das Fußballfeld
2. der Sportverein
3. die Kondition

1. gewinnen
2. üben
3. trainieren
4. singen

Doelen

Je kent een aantal vraagwoorden in het Duits

Je kunt jezelf voorstellen in het Duits

Vraagwoorden
Wat betekent het vraagwoord 'was' in het Nederlands?

1. wat
2. wie
3. hoe
4. waar

Vraagwoorden
Wat betekent het vraagwoord 'wie' in het Nederlands?

1. wie
2. hoe
3. waar
4. wanneer

Vraagwoorden
Wat betekent het vraagwoord 'wie' in het Duits?

1. wer
2. wohin
3. woher
4. wann

Vraagwoorden
Wat betekent het vraagwoord 'wohin' in het Duits?

1. waarvandaan
2. waar
3. wanneer
4. waarheen

Bekijk het volgende filmpje

Wie heißt du?

1. Hoe heet u?
2. Hoe heet jij?
3. Waar woon je?
4. Hoe oud ben je?

Wo wohnen Sie?

1. Waar woon je?
2. Waar woont u?
3. Hoe heet jij?
4. Hoe heet u?

Wie heißt du?

Wo wohnst du?