This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Spelling
Slide 1 - Slide
Wat weten we nog over werkwoorden in tegenwoordige tijd?
Overleg met je buur en schrijf het op je wisbordje
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
't kofschip x
Slide 5 - Slide
Even voordoen:
Ik (kleuren) ......................in mijn schrift.
stap 1--> stam = kleur
stap 2 --> kleuren min en --> kleur laatste letter een r
stap 2 niet in 'tkofschip x --> de of den
stap 4 enkelvoud of meervoud?
stap 5 enkelvoud --> kleurde
Slide 6 - Slide
Jij (tekenen) ................ een kat. 1. stam 2. laatste letter ? --> 't kofschip 3. de/den te /ten
Slide 7 - Open question
Lisa (werken)..............................gisteren heel hard. 1. stam 2. laatste letter? --> 't kofschip x 3. de/den of te/ ten
Slide 8 - Open question
De jongens (fietsen)....................................naar huis. 1. stam (hele werkwoord - en) 2. laatste letter? --> 't kofschip x 3. de/den of te/ ten
Slide 9 - Open question
Gisteren (gapen) ................hij de hele tijd. De jongens (fietsen)....................................naar huis. 1. stam (hele werkwoord - en) 2. laatste letter? --> 't kofschip x 3. de/den of te/ ten
Slide 10 - Open question
De kinderen (dromen) .................van de reis. De jongens (fietsen)....................................naar huis. 1. stam (hele werkwoord - en) 2. laatste letter? --> 't kofschip x 3. de/den of te/ ten
Slide 11 - Open question
Hij (worden) .............12 jaar. Let op tegenwoordige tijd.
Slide 12 - Open question
Wat weet je nu al?
Slide 13 - Slide
Dictee
Schrijf op hoeveel je goed denkt te hebben.
Pak je spellingschrift
Slide 14 - Slide
Kijk het dictee na
Noteer je fouten in je mapje en kleur het aantal goede woorden