Verlenen van eerste hulp deel 1

ABCD(E) methode
Desiree Verbruggen

1 / 23
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

ABCD(E) methode
Desiree Verbruggen

Slide 1 - Slide

Waar staat de ABCD(E) methode voor?
De letters

Slide 2 - Open question

Airway ( de luchtwegen) 
- controleren van de luchtwegen is eerste actie, of de luchtwegen vrij zijn. 
Wat is vrij? slachtoffer kan praten. 

Slide 3 - Slide

Wanneer zijn de luchtwegen niet vrij?

Slide 4 - Mind map

alarmering symptomen bij geblokkeerde luchtwegen
- niet ademen 
- niet kan spreken
- hoest
- gierende ademhaling 
- blauw, rode of paarse verkleuring heeft 
- letsel aan gezicht
- bloed braaksel of voorwerpen in de mond 

Slide 5 - Slide

Als de luchtweg niet vrij is;
- kijken of je de blokkade met de hand weg te halen, of door de heimlich- manoeuvre.
als de schouderslagen niet helpt deze methode, blijven wisselen van manoeuvre 
Heimlich- manoeuvre = 



Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

;2 hoe controleer je de luchtwegen?
1. is de zorgvrager aanspreekbaar?
2.is er sprake van een vrije luchtweg?  
3. kijken of de luchtpijp in het midden van de nek ligt.
4. vragen voor letsel of pijn.
5. verwijder beknelde kleding of sierraden.
6. losse voorwerpen verwijderen 

Slide 8 - Slide

buiten bewust
- til de kin van de zorgvrager op met twee vingertoppen onder de punt van de kin, met andere hand het hoofd ondersteunen.
- ga achter de zorgvrager zitten en laat ellenbogen op de grond rusten, plaatst twee of drie vingers achter de kaakhoek en licht zo de onderkaak op.
- vijf slagen tussen schouderbladen en heimlich- manoeuvre

Slide 9 - Slide

;3 wervelletsel 
alarmsymptomen; 
- een trauma wat veroorzaakt door hoge snelheid of kracht 
- pijn in de nek of de rug
- uitval van bepaalde motoriek 
wat doe je dan?
- hoofd zo stil mogelijk te houden 
- jaw thrust 
- nekkraag regelen om de nek te fixeren

Slide 10 - Slide

B - breathing (ademhaling)
wat is van belang? 
- vrije luchtwegen
- goed werkend ademhalingscentrum in de hersenen
- goede werking van de longen 
- ademhalingsspieren en het middenrif

Slide 11 - Slide

;2 bedreigde ademhaling
- een ademhalingsfrequentie ( alleen inademen in 1 min)  onder de 12 of boven de 20.
- afwezigheid ademhaling 
- scheve of verschoven luchtpijp
- opgezwollen helft van de borst die niet mee doet met de ademhaling
- cyanose 

Slide 12 - Slide

hoe controleer je de ademhaling?
1. aanspreekbaar, benauwd of kortademing?
2. ademfrequentie beoordelen
3. beoordeel de diepte van de ademhaling. Ondiep, en snel = afwijkend
4. cyanose?
5. positie luchtpijp
6. halfzittende houding rechtzitten
niet ademen? controleer de luchtweg , bel 112 en start reanimatie

Slide 13 - Slide

C - Circulation (circulatie)
de bloedsomloop. voldoende bloedvolume en zuurstof zorgen voor goede circulatie. 

Slide 14 - Slide

;2
alarmsymptomen: 
1. hoger dam 120 of lager dan 60 per minuut.
2. vertraagde cappulaire refill 
3. afwezigheid bloeddruk of voelbare pols
4. bloedverlies 
5. tekenen van shock 
- pijn op borst met of zonder uitstraling

Slide 15 - Slide

hoe controleer je circulatie
1. aanspreekbaar? 
2. pijn op de borst of bekend is met een hart aandoening 
3. evt. bloedingen 
4. hartfrequentie beoordelen
5. hartritme controleren, de vulling of de kracht. zwakke maar snelle pols kan wijze op shock.
6. cyanose
7. capillaire refill

Slide 16 - Slide

wat is een normale capillaire refill?
A
5 secondes
B
2 secondes
C
7 secondes
D
3 secondes

Slide 17 - Quiz

Wat doe je als de zorgvrager een uitwendige bloeding heeft?
A
laten bloeden
B
stelpen met drukverband
C
Reanimeren
D
Anders

Slide 18 - Quiz

D - disability ( bewustzijn) 
bewustzijn niveau beoordelen met AVPU- schaal.
A --> alert  --> aanspreekbaar en wakker?
V --> vocale stimuli --> reageert op het aanspreken
p --> pijnlijke stimuli --> reageert op een toegediende pijn prikkel 
U --> unresponsive --> reageert helemaal niet
door zuurstoftekort en bloedvolume kan de zorgvrager verward of onrustig zijn.

Slide 19 - Slide

;2
alarmsymptomen; 
1. hoofdpijn, misselijkheid 
2. uitval armen of benen 
3. afwezigheid van bewustzijn 
4. verschil pupilgrote ( Druk op hersenen toegenomen)
5. tekenen van dwarsleasie (afknelling zenuwbanen)
- langdurig geheugenverlies

Slide 20 - Slide

hoe controleer je bewustzijn?
1. bewustzijnsniveau controleren volgens AVPU schaal.
2. verschil in pupilgrote 
3. bloed of hersenvocht uit de oren of neus komen 
4. aanspreek baar en wakker. 
5. oorzaak ondervinden van dalend bewustzijn ( diabetes, alci) 
bewusteloos? 112 bellen, vrije luchtwegen en vitale functies blijven controleren

Slide 21 - Slide

E --> exposure ( blootstelling)
overige zaken die opvallen; 
1. lichaamstemperatuur 
2. botbreuken 
3. zwelling of oedeem 
4. huidafwijkingen bijv allergische reactie. 

Slide 22 - Slide

wat zijn de alarmsymptomen bij A ( airway)

Slide 23 - Mind map