les 2: Stroomgebied van Rijn en Maas

Startklaar
1 / 30
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

This lesson contains 30 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Startklaar

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Landschappen in NL 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Link

This item has no instructions

Kust in NL 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Huiswerkbespreking 1, 2
1.3
1.4
W6

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

       Huiswerkbespreking 3, 4

en 5, 6

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Huiswerkbespreking 7

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Link

This item has no instructions

      Lesdoel
Vandaag gaan we leren over de kenmerken van de stroomgebieden van de Rijn en de Maas, en de natuurlijke factoren die het regiem van een rivier beïnvloeden.

Slide 10 - Slide

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen
Voorkennis
1. De leerlingen kennen waar Rijn en Maas stromen . 

2. De leerlingen kennen wat stroomgebied is . 

3. De leerlingen kennen boven-, midden- en bovenloop zijn . 


Slide 11 - Slide

Welke voorkennis is nodig voor het doel.
Controleer of de leerlingen deze voorkennis beheersten door het stellen van Controle van Begrip vragen
teken een rivier 
bron
delta 
zijrivier 
meander 
stroomgebied 
waterscheiding 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Rivier
Stroomgebied = het gebied dat afwatert op een bepaalde rivier en zijn zijrivieren.
Waterscheiding = grens tussen twee stroomgebieden.
Stroomstelsel = een rivier met alle zijrivieren en vertakkingen die deel uitmaken van hetzelfde stroomgebied.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Lengteprofiel van Rijn

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Delen van rivier
bovenloop:
+ eerste deel rivier
+ hoge stroomsnelheid
+ veel erosie
+ veel meegevoerd sediment

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Delen van rivier
 Middenloop:
+ stroomafwaarts van de bovenloop
+ evenwicht erosie en sedimentatie
+ gemiddelde stroomsnelheid
+ Rijn wordt bevaarbaar

Benedenloop:
+ laatste gedeelte van de rivier
+ (zeer) kleine hellingshoek
+ veel sedimentatie
+ monding in zee      + vorming delta

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Soorten rivieren
- gletsjer rivier 
- regen rivier 
- gemengde 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Rijn in Nederland
De Rijn vertakt zich in Nederland:

- 2/3 van het Rijnwater stroomt via de Waal naar zee

- 1/3 van het Rijnwater stroomt via het Pannerdens Kanaal

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Rijn in Nederland
In de Neder-Rijn zijn 3 stuwen gebouwd:
- stuw = beweegbare dam in een rivier waarmee het waterniveau stroomopwaarts  wordt geregeld.

- Driel: veiligstellen watervoorziening IJssel
- Amerongen en Hagestein: maken  scheepvaart mogelijk
- vanaf Hagestein is eb en vloed merkbaar

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

De Maas
- kleiner stroomgebied dan de Rijn
- regenrivier
- veel overstromingen
- bron op het Plateau de Langres (Frankrijk)
- monding bij het Haringvliet
- 935 km lang

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

De Maas
De Maas is vooral in de bovenloop en de middenloop vrijwel onbedijkt.

Scheepvaart in de Maas:
- 7 stuwen voor bevaarbaarheid
- via Julianakanaal bij Maastricht

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Verval en vergang
Verval = hoogteverschil tussen twee plaatsen langs de rivier:
- Rijn van bron tot monding = 2.340 m
- Rijn in Nederland = 12 m

Verhang = verval per kilometer (m / km):
- bepaalt de stroomsnelheid
- verhang verschilt: 35 m / km in Zwitserland, 0,08 m / km in Nederland
- veel erosie in de bovenloop, veel sedimentatie in de benedenloop

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Verval en vergang
Verval = hoogteverschil tussen twee plaatsen langs de rivier:
- Rijn van bron tot monding = 2.340 m
- Rijn in Nederland = 12 m

Verhang = verval per kilometer (m / km):
- bepaalt de stroomsnelheid
- verhang verschilt: 35 m / km in Zwitserland, 0,08 m / km in Nederland
- veel erosie in de bovenloop, veel sedimentatie in de benedenloop

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Video

This item has no instructions

Debiet en regiem 

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Zelf aan de slag

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

     Kleine afsluiting
...

Slide 27 - Slide

Kleine lesafsluiting (5 min) 

Docent controleert begrip door opdrachten of vragen die de begrippen en vaardigheden van het lesdoel toetsen.

Leerlingen werken zelfstandig of in een groepje aan opdrachten, kunnen vragen stellen aan de docent maar werken grotendeels zelfstandig.

Controle van begrip vragen
     Grote afsluiting
...


Slide 28 - Slide

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen
retrieval practice

Slide 29 - Slide

Retrieval practice (10 min)
Docent geeft de leerlingen de tijd om zelf te oefenen met de lesstof en biedt ondersteuning indien nodig.

Leerlingen oefenen zelf met de lesstof door begrippen te oefenen met Quizlet, flashcards te maken en zichzelf te overhoren of topografie spellen online te doen.

Quizlet, flashcards maken, zichzelf overhoren, topografie spellen online

Slide 30 - Link

This item has no instructions