6 Hoe zou ik dáár nou iets mee willen?
Weet je wat?
7 a Met ‘Wist je dat…?’ probeert de schrijver de aandacht te trekken van degene voor wie de vraag bedoeld is. De schrijver wil de ander iets nieuws vertellen; hij hoeft niet per se te weten of diegene dat al wist of niet.
b De schrijver wil de aandacht van de lezer trekken om de lezer met een grapje te vermaken.
c De schrijver wil met de retorische vraag ‘Wie is er niet groot mee geworden?’ de aandacht trekken. Doordat het antwoord op een retorische vraag voor de hand ligt, wekt de schrijver de indruk dat iedereen groot is geworden met Calvé pindakaas.