Prépositions pays/villes

  • Voca
1 / 24
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

  • Voca

Slide 1 - Slide

Dans ce cours...
  • Prépositions pays/villes

Slide 2 - Slide

0

Slide 3 - Video

Welke 3 voorzetsels gebruik je bij landen?

Slide 4 - Open question

Welk voorzetsel gebruik je bij steden?

Slide 5 - Open question

Waaraan kan je zien dat een land vrouwelijk is?

Slide 6 - Open question

Welke twee landen ken je die meervoud zijn?

Slide 7 - Open question

La roue des prépositions des pays/villes
Welk voorzetsel krijgt het land of de stad?

Slide 8 - Slide

Prépositions pays/villes
In het Frans staat er voor een land of stad altijd een lidwoord. Als je wilt zeggen dat je in een land bent of naar een land gaat, verandert het lidwoord in een voorzetsel:
  • au > mannelijke landen
  • en > vrouwelijke landen
  • aux > landen die in het meervoud staan
  • à > steden

Slide 9 - Slide

Elle habite ... Espagne.
A
au
B
en
C
aux
D
à

Slide 10 - Quiz

Nous allons ... Toulouse.
A
au
B
en
C
aux
D
à

Slide 11 - Quiz

J'ai habité ... Japon.
A
au
B
en
C
aux
D
à

Slide 12 - Quiz

Il aime vivre ... Bruxelles.
A
au
B
en
C
aux
D
à

Slide 13 - Quiz

Je vais ... Suisse.
A
au
B
en
C
aux
D
à

Slide 14 - Quiz

Elle est ... États-Unis.
A
au
B
en
C
aux
D
à

Slide 15 - Quiz

Vous restez ... Belgique?
A
au
B
en
C
aux
D
à

Slide 16 - Quiz

Il a été ... Portugal.
A
au
B
en
C
aux
D
à

Slide 17 - Quiz

l'Allemagne
l'Espagne
la Suisse
les Pays-Bas
l'Angleterre
les États-Unis

Slide 18 - Drag question

Vertaal: Vous avez été en Allemagne.

Slide 19 - Open question

Vertaal: Je vais en vacances au Maroc.

Slide 20 - Open question

Vertaal: Ils ont habité à Londres en Angleterre.

Slide 21 - Open question

Vertaal: Wij zijn in Frankrijk geweest.

Slide 22 - Open question

Vertaal: Ik woon in Breda in Nederland.

Slide 23 - Open question

Vertaal: Zij heeft in Canada gereisd.

Slide 24 - Open question