Bij eb zoeken vogels voedsel op de droogvallende wadplaten. Als het water stijgt, vliegen ze naar hogergelegen plaatsen, om te rusten en te slapen. Die hoogwatervluchtplaatsen liggen op de kwelders en in de duinen op de eilanden. Ze zijn minder druk bezocht door toeristen, omdat ze moeilijk bereikbaar zijn. Dat is met opzet gedaan; er liggen geen wandel- en fietspaden, of alleen langs de randen. Toeristen kunnen de duizenden wadvogels dan van een afstand met een verrekijker bekijken, zonder de rust van de vogels te verstoren.