4W3 De zintuigen

3
De zintuigen
1 / 36
next
Slide 1: Slide
AFPMBOStudiejaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

3
De zintuigen

Slide 1 - Slide

Na deze les...
1 Leg je uit op welke prikkel het zintuigorgaan reageert en hoe de prikkel wordt omgezet in een impuls; voor het oog

2 Vertel je hoe de pupilreflex tot stand komt

Slide 2 - Slide

6.7 De ogen

Slide 3 - Slide

- Teken een stip en kruis, ongeveer 7 cm van elkaar
- Ga met je rechteroog recht voor de stip zitten en sluit je linker oog.
- Beweeg je hoofd langzaam naar het papier toe, beweeg je oog niet. Blijf strak naar de stip kijken. 
Op een bepaalde afstand zie je het kruis niet meer. Hoe kan dat?








Slide 4 - Slide

Het oog

Slide 5 - Mind map

6.7 De ogen
uitwendige bouw van de ogen
De ogen liggen goed beschermd in de oogkassen, verschillende botten van de schedel.

Oog is een orgaan dat licht opvangt om dit als impuls door te geven aan de hersenen.

Slide 6 - Slide

6.7 De ogen
uitwendige bouw van de ogen
Wenkbrauwen en wimpers houden vocht + vuil tegen en zijn onderdeel van je mimiek.

Vocht uit de traanklier houdt oog vochtig en schoon.
Traanbuis voert het vocht af naar de neusholte.
wenkbrouw
wimpers
W
traanklier
T
traanbuis
TB

Slide 7 - Slide

6.7 De ogen
uitwendige bouw van de ogen
Oog kan bewegen door een aantal spieren die aan het oog vastzitten en  verbonden zijn met de oogkas.

Brein zorgt ervoor dat beide ogen dezelfde (spier)beweging maken.

Slide 8 - Slide

6.7 De ogen
uitwendige bouw van de ogen
Aan de voorkant is te zien...
  • hoornvlies (cornea) beschermt het oog
  • regenboogvlies (iris) bepaalt met spiertjes hoeveel licht in de oog komt
  • pupil is de opening van de iris, waar het licht in het oog valt

regenboogvlies
R
hoornvlies
H
pupil
P

Slide 9 - Slide

6.7 De ogen
de inwendige bouw van het oog
Wand bestaat uit drie lagen...
1. Harde oogvlies of oogrok (sclera):  witte en harde buitenlaag, beschermt de oogbol
Aan de voorkant gaat het harde oogvlies (oogwit) over in het hoornvlies (doorzichtig), zodat het licht het oog in kan
harde oogvlies
H

Slide 10 - Slide

6.7 De ogen
de inwendige bouw van het oog
De wand bestaat uit drie lagen...
2. Vaatvlies (choroidea) is rijk aan bloedvaten en zorgt voor aan- en afvoer van stoffen

Aan de voorkant gaat het vaatvlies over in het regenboogvlies (iris)
vaatvlies
V

Slide 11 - Slide

6.7 De ogen
de inwendige bouw van het oog
De wand bestaat uit drie lagen...

3. netvlies (retina) : binnenste laag, hier liggen de oogzintuigen (kegels en staafjes)
netvlies
N

Slide 12 - Slide

6.7 De ogen
de inwendige bouw van het oog
  • aan de achterkant van het netvlies,  liggen veel kegeltjes bij elkaar, de gele vlek (macula)
  • hier wordt de meeste kleur gezien
gele vlek
G

Slide 13 - Slide

6.7 De ogen
de inwendige bouw van het oog
  • plek waar het netvlies (met al zijn zenuwbanen) het oog verlaat, is de blinde vlek  (want daar zijn geen zintuigcellen)
  • de oogzenuw gaat naar de hersenen toe
blinde vlek
B
oogzenuw
Z

Slide 14 - Slide

6.7 De ogen
de inwendige bouw van het oog
De ooglens is een kristalhelder en afgeplat bolletje, waardoor het licht valt
  • het bestaat uit glasachtige dekcellen
  • de lens kan boller of platter gemaakt worden door het straalvormig lichaam (corpus ciliare)
straalvormig
lichaam
S

Slide 15 - Slide

6.7 De ogen
de inwendige bouw van het oog
  • dit straalvormig lichaam bestaat uit lensspiertjes  en lensbandjes
  • de lens wordt hierdoor vastgehouden
  • cellen van het straalvormig lichaam maken het vocht van de voorste en achterste oogkamer
lensspiertjes
S
lensbandjes
B

Slide 16 - Slide

6.7 De ogen
de inwendige bouw van het oog
  • glasachtig lichaam bevat glasvocht, dit bestaat uit water en eiwit 
  • met het glasachtig lichaam houdt het oog zijn vorm en kan het licht op het netvlies komen
glasachtig lichaam
G

Slide 17 - Slide

6.7 De ogen
de werking van het oog
In het netvlies zitten de zintuigorganen, gevoelig voor licht...
  • staafje
  • kegeltje
staafje
S
kegeltje
K

Slide 18 - Slide

6.7 De ogen
de werking van het oog
Een staafje is bedoeld om scherpte mee te zien. Ze zijn op het netvlies te vinden, maar niet in de gele vlek.

Wanneer licht op het staafje valt, ontstaat een stroompje.
staafje
S

Slide 19 - Slide

6.7 De ogen
de werking van het oog
Een kegeltje is bedoeld om kleur mee te zien. Ze zijn op het netvlies te vinden, maar vooral in de gele vlek.

Wanneer licht op het kegeltje valt, ontstaat een stroompje.
kegeltje
K

Slide 20 - Slide

6.7 De ogen
de werking van het oog
1 licht valt op het pigment van het netvlies
2 staafjes en kegeltjes ontvangen het licht 
3 de impuls gaat nu door een speciale zenuwcel (knoopcel),
4 de impuls gaat via de oogzenuw naar de hersenen
netvlies (pigmentlaagje)
1
zintuigorganen
staafjes en kegeltjes
2
knoopcel
3
oogzenuw
4

Slide 21 - Slide

6.7 De ogen
de werking van het oog
5 Oogzenuw kruist in het brein (chiasma opticum)
6 In het achterste deel van de hersenen zit het gebied (visuele schors), dat de impulsen betekenis geeft
kruisende zenuwbanen
5
visuele hersenschors
6

Slide 22 - Slide

6.7 De ogen
de werking van het oog
Pupilreflex

De iris regelt de hoeveelheid licht dat op het netvlies valt
  • kringspiertjes vernauwen
  • straalvormige spiertjes verwijden

Slide 23 - Slide

6.7 De ogen
de werking van het oog
Hoe meer licht het oog binnenvalt, hoe groter de iris (of: hoe kleiner de pupil).

Slide 24 - Slide

6.7 De ogen
de werking van het oog
Scherpstelreflex

Scherpstellen (accommoderen) van een voorwerp gebeurt door het boller of platter maken van de lens.


Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Via welk onderdeel van je oog komt het licht in je oog?
A
Iris
B
Pupil
C
Oogwit

Slide 27 - Quiz

Hoe heet het gekleurde deel in je oog?
A
Iris
B
Pupil
C
Hoornlaag
D
Netvlies

Slide 28 - Quiz

De gele vlek in je oog is de plaats in het netvlies waar je oogzenuw het oog verlaat
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quiz

Harde oogvlies
Netvlies
Vaatvlies

Vangt lichtprikkels op
beschermt alles wat binnenin het oog zit
Hierin zitten de bloedvaatjes die stoffen vervoeren die het oog nodig heeft
Q
R
S

Slide 30 - Drag question

Hoe heet de doorzichtige vloeistof waarmee het oog is gevuld?
A
vaatvlies
B
traanvocht
C
hoornvlies
D
glasachtig lichaam

Slide 31 - Quiz

Met welk nummer wordt de lens aangegeven?
A
1
B
2
C
3
D
12

Slide 32 - Quiz

Met welk nummer wordt de blinde vlek aangegeven?
A
5
B
7
C
9
D
11

Slide 33 - Quiz

Na deze les...
1 Leg je uit op welke prikkel het zintuigorgaan reageert en hoe de prikkel wordt omgezet in een impuls; voor het oog

2 Vertel je hoe de pupilreflex tot stand komt

Slide 34 - Slide

Na deze les...
1 noem je de organen van borst-, buik en bekkenholte

2 leg je uit welke oorzaak een aandoening kan hebben

3 leg je uit hoe groei en ontwikkeling plaatsvinden
1 Leg je uit op welke prikkel het zintuigorgaan reageert en hoe de prikkel wordt omgezet in een impuls; voor het oog

2 Vertel je hoe de pupilreflex tot stand komt

Slide 35 - Slide

zelf maken
H6 De zintuigen
  • Opdracht 12 t/m 14

Slide 36 - Slide