Spelling: koppelteken, weglatingsstreepje en gebiedende wijs

Huiswerk: H2 leenwoorden
Nakijken opdracht 1 t/m 3 (blz.64-65)
1 / 41
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Huiswerk: H2 leenwoorden
Nakijken opdracht 1 t/m 3 (blz.64-65)

Slide 1 - Slide

H3 Spelling: koppelteken en weglatingsstreepje

Slide 2 - Slide

Zo gebruik je een koppelteken
  • in samenkoppelingen; doe-het-zelfzaak
  • in samenstellingen, tussen botsende klinkers; gala-avond, auto-ongeluk, radio-uitzending
  • bij letters, cijfers, andere tekens en afkortingen en St of Sint; A4-papier, 40+-kaas, %-teken, VVD-lid en Sint-Hubertus
  • Bij aardrijkskundige namen of woorden die daarvan zijn afgeleid; Noord-Italië, Zuid-Hollander, Nieuw-Zeelandse 

Slide 3 - Slide

  • in woorden met de voorvoegsels adjunct-, bijna-, ex-, leerling-, niet-, non-, oud-; ex-vrouw, non-actief, anti-pestbeleid, oud-leraar
  • in samenstellingen van twee gelijkwaardige woorden; singer-songwriter, bacardi-cola 

Slide 4 - Slide

Heb je opdracht 1 en 2 van H3 Spelling (over het koppelteken) gemaakt en in je schrift staan?
Oeps, nee ik heb (bijna) niks om na te kijken
Ja, (bijna) alles is af en ik kan het nakijken

Slide 5 - Poll

Opdrachten nakijken
Controleer met behulp van het antwoordblad
Welke opdrachten begrijp je niet?

Slide 6 - Slide


A
havo leerling
B
havo-leerling
C
havoleerling

Slide 7 - Quiz


A
vwo leerling
B
vwo-leerling
C
vwoleerling

Slide 8 - Quiz

hbo + student
A
hbo student
B
hbo-student
C
hbostudent

Slide 9 - Quiz

pro + actief
A
proactief
B
pro actief
C
pro-actief

Slide 10 - Quiz

Auto + industrie
A
auto industrie
B
autoindustrie
C
auto-industrie

Slide 11 - Quiz

rij + examen
A
rij examen
B
rijexamen
C
rij-examen

Slide 12 - Quiz

Noord + Brabant

Slide 13 - Open question

Maak opdracht 1 en 2 (blz.95)
Ga rustig aan het werk. 
Je hebt 10 minuten tot we gaan nakijken
timer
10:00

Slide 14 - Slide

Weglatingsstreepje
huisvrouwen en huismannen
Dit kun je ook korter schrijven. 
Je kijkt wat hetzelfde is, dit mag je weglaten.
huisvrouwen en -mannen
Dus niet: -vrouwen en huismannen of -vrouwen en -mannen!

Slide 15 - Slide

Nog meer voorbeelden
voordelen en nadelen --> voor- en nadelen

maandag en dinsdag --> maan- en dinsdag

jongenskleren en jongensschoenen --> 
jongenskleren en -schoenen

Slide 16 - Slide

Let op!!
Je gebruikt geen weglatingsstreepje als je een heel woord weglaat.
korte treinen en lange treinen --> korte en lange treinen
goedkope horloges en dure horloges --> goedkope en dure horloges

Slide 17 - Slide

automonteurs en autoverkopers
A
auto- en autoverkopers
B
automonteurs- en verkopers
C
automonteur en -verkopers
D
monteurs en verkopers

Slide 18 - Quiz

Heb je opdracht 3 van H3 Spelling (over het koppelteken) gemaakt en in je schrift staan?
Oeps, nee ik heb (bijna) niks om na te kijken
Ja, (bijna) alles is af en ik kan het nakijken

Slide 19 - Poll

Maak opdracht 3 t/m 5 (blz.95)
Ga rustig aan het werk.
Je hebt 10 minuten tot we gaan nakijken
timer
10:00

Slide 20 - Slide

Kahoot over de toetsstof H1 t/m 3 Spelling

Slide 21 - Slide

Jongenskleren en meisjeskleren

Slide 22 - Open question

oude deuren en nieuwe deuren

Slide 23 - Open question

voordelen en nadelen

Slide 24 - Open question

opmerkingen en aanmerkingen

Slide 25 - Open question

lange treinen en korte treinen

Slide 26 - Open question

havo + leerling
A
havoleerling
B
havo-leerling

Slide 27 - Quiz

vwo + leerling
A
vwoleerling
B
vwo-leerling

Slide 28 - Quiz

bagage + afdeling
A
bagageafdeling
B
bagage-afdeling

Slide 29 - Quiz

Je (verraden) toch zeker je spiekende klasgenoot niet?
A
verraad
B
verraadt

Slide 30 - Quiz

De vader van het grote gezin (laden) de caravan al dagen van tevoren in.
A
laad
B
laadt

Slide 31 - Quiz

Ik (bevinden) mij momenteel in een lastige situatie.
A
bevind
B
bevindt

Slide 32 - Quiz

In de tuin van de buren (bespieden) de kat de vogels.
A
bespied
B
bespiedt

Slide 33 - Quiz

(Vinden) je dit compromis wel een goede oplossing?
A
Vind
B
Vindt

Slide 34 - Quiz

Normaal gesproken (vergoeden) de verzekering de inbraakschade.
A
vergoed
B
vergoedt

Slide 35 - Quiz

(Houden) de paraplu stevig vast met deze harde wind!
A
Houd
B
Houdt

Slide 36 - Quiz

De Nederlandse economie (herstellen) veel langzamer dan verwacht.
A
herstelt
B
hersteld
C
hersteldt

Slide 37 - Quiz

Na een lange wandeling (belanden) de verdwaalde toerist in een idyllisch dorp.
A
beland
B
belant
C
belandt

Slide 38 - Quiz

(Worden) je vriendin Enola ook uitgenodigd voor Franks verjaardag?
A
Wordt
B
Word

Slide 39 - Quiz

De geschaafde knie van het gevallen meisje (bloeden) nog altijd hevig.
A
bloedt
B
bloed

Slide 40 - Quiz

Hopelijk (gebeuren) er niets vervelends bij de volgende kampioenswedstrijd.
A
gebeurt
B
gebeurd
C
gebeurdt

Slide 41 - Quiz