Spelling: koppelteken, weglatingsstreepje en gebiedende wijs

Het koppelteken
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Het koppelteken

Slide 1 - Slide

Zo gebruik je een koppelteken
  • in samenkoppelingen; doe-het-zelfzaak
  • in samenstellingen, tussen botsende klinkers; gala-avond, auto-ongeluk, radio-uitzending
  • bij letters, cijfers, andere tekens en afkortingen en St of Sint; A4-papier, 40+-kaas, %-teken, VVD-lid en Sint-Hubertus
  • Bij aardrijkskundige namen of woorden die daarvan zijn afgeleid; Noord-Italië, Zuid-Hollander, Nieuw-Zeelandse 

Slide 2 - Slide

  • in woorden met de voorvoegsels adjunct-, bijna-, ex-, leerling-, niet-, non-, oud-; ex-vrouw, non-actief, anti-pestbeleid, oud-leraar
  • in samenstellingen van twee gelijkwaardige woorden; singer-songwriter, bacardi-cola 

Slide 3 - Slide


A
havo leerling
B
havo-leerling
C
havoleerling

Slide 4 - Quiz


A
vwo leerling
B
vwo-leerling
C
vwoleerling

Slide 5 - Quiz

hbo + student
A
hbo student
B
hbo-student
C
hbostudent

Slide 6 - Quiz

pro + actief
A
proactief
B
pro actief
C
pro-actief

Slide 7 - Quiz

Auto + industrie
A
auto industrie
B
autoindustrie
C
auto-industrie

Slide 8 - Quiz

rij + examen
A
rij examen
B
rijexamen
C
rij-examen

Slide 9 - Quiz

Noord + Brabant

Slide 10 - Open question

Weglatingsstreepje
huisvrouwen en huismannen
Dit kun je ook korter schrijven. 
Je kijkt wat hetzelfde is, dit mag je weglaten.
huisvrouwen en -mannen
Dus niet: -vrouwen en huismannen of -vrouwen en -mannen!

Slide 11 - Slide

Nog meer voorbeelden
voordelen en nadelen --> voor- en nadelen

maandag en dinsdag --> maan- en dinsdag

jongenskleren en jongensschoenen --> 
jongenskleren en -schoenen

Slide 12 - Slide

Let op!!
Je gebruikt geen weglatingsstreepje als je een heel woord weglaat.
korte treinen en lange treinen --> korte en lange treinen
goedkope horloges en dure horloges --> goedkope en dure horloges

Slide 13 - Slide

automonteurs en autoverkopers
A
auto- en autoverkopers
B
automonteurs- en verkopers
C
automonteur en -verkopers
D
monteurs en verkopers

Slide 14 - Quiz

Jongenskleren en meisjeskleren

Slide 15 - Open question

oude deuren en nieuwe deuren

Slide 16 - Open question

voordelen en nadelen

Slide 17 - Open question

opmerkingen en aanmerkingen

Slide 18 - Open question

lange treinen en korte treinen

Slide 19 - Open question

havo + leerling
A
havoleerling
B
havo-leerling

Slide 20 - Quiz

vwo + leerling
A
vwoleerling
B
vwo-leerling

Slide 21 - Quiz

bagage + afdeling
A
bagageafdeling
B
bagage-afdeling

Slide 22 - Quiz