H2C 6 april - Gebiedende wijs / werkwoorden in samengestelde zinnen

Welkom bij Nederlands
H2C 6 april - Werkwoordspelling

Nodig: leesboek
1 / 32
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands
H2C 6 april - Werkwoordspelling

Nodig: leesboek

Slide 1 - Slide

Lezen tot 10:00
LET OP: boek moet op 11 mei uit zijn!

Slide 2 - Slide




LESDOEL:
Je weet wat een aanwijzend en vragend voornaamwoord is en hoe je deze in een zin vindt.


LESDOEL:
Je krijgt meer zelfvertrouwen bij het spellen van werkwoorden.

Slide 3 - Slide

Programma
9.45          lezen
10.00        uitleg gebiedende wijs (H1)
10.20        opdrachten maken
10.30        pauze
10.50        uitleg werkwoorden in samengestelde zinnen (H5)
11.10          opdrachten maken
11.25         afsluiting

Slide 4 - Slide

Gebiedende wijs

  • = bevel, opdracht
  • ik-vorm van werkwoord: Loop daarheen!
  • Geen onderwerp bij gebiedende wijs! 

Slide 5 - Slide

Pak nu je wisbordje!

Slide 6 - Slide

Gebiedende wijs
A
Bindt dit touw vast!
B
Bint dit touw vast!
C
Bintd dit touw vast!
D
Bind dit touw vast!

Slide 7 - Quiz

Gebiedende wijs

A
Wordt niet boos!
B
Wort niet boos!
C
Wor niet boos!
D
Word niet boos!

Slide 8 - Quiz

(zijn) ..... stil!
A
Ben
B
Is
C
Was
D
Wees

Slide 9 - Quiz

Geef antwoord op je wisbordje:
De vorige vraag was vreemd, omdat hier een belangrijke regel van de gebiedende wijs werd overtreden.

WELKE REGEL?
timer
0:45

Slide 10 - Slide


... daarmee op!


A
Hout
B
Houd
C
Hou
D
Houdt

Slide 11 - Quiz

De gebiedende wijs heeft geen onderwerp.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Geef antwoord op je wisbordje:
Een gebiedende wijs heeft geen onderwerp. Toch kan je soms wel zien tegen wie het bevel gegeven wordt.

HOE ZIET DAT ERUIT?     Geef een voorbeeld.
timer
0:30

Slide 13 - Slide

Hoe doe je de opdracht?
1. De coach zei tegen het team: ‘… (houden) de bal eens wat langer in de ploeg.’
2. Wat ik nu weer gekocht heb op de rommelmarkt, dat … (raden) je nooit!
3. ‘… (vinden) hier maar eens een betaalbaar vakantiehuisje’, verzuchtte moeder.

Slide 14 - Slide

Antwoord op je wisbordje:
1. ‘Morgen … (worden) ik al zestien jaar’, merkte Damian op.

2. … (oppassen), Merel, straks … (branden) je je vingers aan die hete kachel.

3. Als het je zo dwars zit, .... (zeggen) er dan wat van!

Slide 15 - Slide

Schrijf op: gw of pvtt?
1. ‘Morgen WORD ik al zestien jaar’, merkte Damian op.

2. PAS OP, Merel, straks BRAND je je vingers aan die hete kachel.

3. Als het je zo dwars zit, ZEG er dan wat van!

Slide 16 - Slide

Aan de slag!
Maak de taak 'Werkwoorden 1' in Planning.

Klaar? Lees in je leesboek.

timer
10:00

Slide 17 - Slide

Pauze
    Pauze 

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Pak je wisbordje!
  • Schrijf eerst de werkwoordsvorm op (vd, od, bn).
  • Schrijf daarachter het werkwoord.

voorbeeld:       vd - gelopen

Slide 20 - Slide

 ...(vinden) je een ...(schrijven) brief in deze tijd niet veel leuker?

Slide 21 - Slide

...(vinden) je een ...(schrijven) brief in deze tijd niet veel leuker?

pvtt - vind
bn - geschreven

Slide 22 - Slide

Wanneer ....(worden) je tweedehands omafiets 
...(repareren)?

Slide 23 - Slide

Wanneer ....(worden) je tweedehands omafiets ...(repareren)?

pvtt - wordt
vd - gerepareerd

Slide 24 - Slide

Met een tang werd de … (verroesten) spijker uit het … (verweren) kozijn … (halen).

Slide 25 - Slide

Met een tang werd de … (verroesten) spijker uit het … (verweren) kozijn … (halen).

bn - verroeste
bn - verweerde
vd - gehaald

Slide 26 - Slide

Is de … (verwijderen) leerling … (lachen) het lokaal uit … (wandelen)?

Slide 27 - Slide

Is de … (verwijderen) leerling … (lachen) het lokaal uit … (wandelen)?
bn - verwijderde
od - lachend
vd - gewandeld

Slide 28 - Slide

Aan de slag!
Maak de taak 'Werkwoorden 1' in Planning.

Klaar? Lees in je leesboek.

timer
10:00

Slide 29 - Slide

Pak nu je wisbordje!

Slide 30 - Slide




LESDOEL:
Je weet wat een aanwijzend en vragend voornaamwoord is en hoe je deze in een zin vindt.


LESDOEL BEHAALD?
Je krijgt meer zelfvertrouwen bij het spellen van werkwoorden.

Slide 31 - Slide

https://voetbaljournaal.com/remco-van-gool-strijdt-met-barendrecht-o19-1-voor-het-kampioenschap/

Slide 32 - Slide