T5P8: Dominant en recessief

Dominant en recessief
Op je tafel:
Laptop
Schrift
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Dominant en recessief
Op je tafel:
Laptop
Schrift

Slide 1 - Slide

Planning
1. Korte terugblik
2. Dominant en recessief
3. Zelf aan de slag (huiswerk)

Slide 2 - Slide

Korte terugblik
Hoe komt het dat je informatie van beide ouders in je DNA hebt?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Leerdoel
Je kunt omschrijven wat homozygoot, heterozygoot, dominant en recessief betekenen.

Slide 5 - Slide

Homozygoot en heterozygoot
Een organisme met een gelijk allelenpaar voor een bepaalde eigenschap noem je homozygoot voor deze eigenschap (homo = gelijk).

Een organisme met een ongelijk allelenpaar voor een bepaalde eigenschap noem je heterozygoot voor deze eigenschap (hetero = ongelijk).

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Dominant en recessief
Het dominante allel is het allel wat tot uiting komt in het fenotype. Dus als het allel voor steil haar dominant is, heb jij steil haar.'

Het andere allen is het recessieve allel.

Slide 8 - Slide

Gensymbolen
Dominante allelen geef je aan met een hoofdletter en recessieve allelen geef je aan met kleine letters.

Dus dominant = A
Recessief = a

Slide 9 - Slide

Gensymbolen
Homozygoot dominant is dan:
AA
Heterozygoot is dan:
Aa
Homozygoot recessief is dan:
aa


Slide 10 - Slide

Kruisschema's
Frank is heterozygoot voor bruine ogen. Petra is homozygoot voor blauwe ogen.
Bruin is dominant over blauw.

Hoe geven we de allelen van Frank en Petra aan in letters?

................... X ................. 

Slide 11 - Slide

Kans berekenen
Frank en Petra krijgen een kind. Hoe groot is de kans dat deze bruine ogen heeft?
X
Frank
Petra

Slide 12 - Slide

Opdracht
Op je tafel ligt een wisbordje met een stift. Schrijf het juiste antwoord op het wisbordje en steek deze in de lucht wanneer ik dit aangeef.

Wacht dus op het signaal!

Slide 13 - Slide

Opdracht 1
1. Bart is heterozygoot voor bruine haren en hij krijgt een kindje met Iris die ook heterozygoot is voor bruine haren.

Hoe groot is de kans dat hun kindje een andere haarkleur krijgt dan bruin?

Slide 14 - Slide

Antwoord
Bart Aa x Aa Iris




De kans op een andere haarkleur dan bruin = 25%
x
A
a
A
AA
Aa
a
Aa
aa

Slide 15 - Slide

Opdracht 2
Bij konijnen is een bruine vacht dominant en een zwarte vacht recessief.
Twee konijnen die beide een zwarte vacht hebben krijgen baby's. 
Hoe groot is de kans dat een nakomeling een bruine vacht heeft?

Slide 16 - Slide

Antwoord
aa x aa




Bruin = A, dus de kans is 0%
x
a
a
a
aa
aa
a
aa
aa

Slide 17 - Slide

Opdracht 3
Luna is homozygoot voor de dominante eigenschap van blauwe ogen. Rex is heterozygoot voor deze eigenschap.

Hoe groot is de kans dat de nakomelingen blauwe ogen hebben?

Slide 18 - Slide

Antwoord 
AA x Aa




Blauw is A, dus de kans is 100%
x
A
a
A
AA
Aa
A
AA
Aa

Slide 19 - Slide

Zelf aan de slag (huiswerk)
Maak alle opdrachten van thema 5, paragraaf 8 dominant en recessief.
Maak een begrippenlijst!

Klaar? Oefen op biologiepagina.nl

Slide 20 - Slide