Hoofdstuk 10 Meten Les 1

1 / 14
next
Slide 1: Slide
RekenenVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Doel
Aan het einde van de les kun je verschillende woorden benoemen die aangeven hoe groot iets is (lengte, breedte, hoogte, diepte, dikte)
Je kunt de woorden centimeter, millimeter, meter en kilometer gebruiken.
Je kunt benoemen wat je moet doen om iets te meten en hoe je de lengte kunt bepalen. 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

De ......................... van het flatgebouw.

Kies uit: Afstand, lengte, breedte, hoogte, dikte

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Hoe breed is de kaart in centimeter?

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Aan de slag
Je gaat nu aan de slag met de opdrachten
H.B. H10 blz 98
Je maakt de startopdracht en daarna opdracht 1 t/m 21
Ben je klaar? Lever je boek open in op de inleverplek. Je mag wat voor jezelf doen!

Slide 14 - Slide