Wat is een van de oorzaken van de consumptiemaatschappij?
A
loslaten geleide loonpolitiek
B
einde WOI
C
nieuwe uitvindingen in de industrialisatie
D
opening van nieuwe winkels met televisies
Slide 17 - Quiz
Iedereen kan meedoen en iedereen wordt beïnvloed
A
Informatiemaatschappij
B
Massacultuur
C
Amerikanisering
D
consumptiemaatschappij
Slide 18 - Quiz
Mensen zijn snel op de hoogte van het laatste nieuws
A
Informatiemaatschappij
B
Massacultuur
C
sociale controle
D
consumptiemaatschappij
Slide 19 - Quiz
De film Rebel without a Cause is een voorbeeld van ...
A
Amerikanisering
B
Massacultuur
C
Informatiecultuur
D
James Dean
Slide 20 - Quiz
Wat hoort NIET bij Nederland in de jaren 50-60?
A
Ontstaan van een consumptiemaatschappij
B
Ontstaan van een informatie maatschappij
C
Ontstaan van massacultuur
D
Amerikanisering
Slide 21 - Quiz
Welk begrip past bij de afbeelding hier rechts?
A
Informatiemaatschappij
B
Amerikansering
C
Massacultuur
D
Consumptiemaatschappij
Slide 22 - Quiz
Waar waren de hippies vooral tegen?
A
Consumptiemaatschappij
B
Amerikanisering
C
Massacultuur
D
Sociale controle
Slide 23 - Quiz
Welk begrip past het beste bij deze bron?
A
Amerikanisering
B
Consumptiemaatschappij
C
Massacultuur
Slide 24 - Quiz
Welk product past bij het begrip ‘massacultuur’?
A
Een minirok die in de mode is.
B
Een muts die je oma gebreid heeft.
C
Een schilderij van Rembrandt.
Slide 25 - Quiz
Wanneer ontstond een massacultuur?
A
begin jaren 50
B
eind jaren 50
C
midden jaren 60
D
begin jaren 80
Slide 26 - Quiz
Welke 2 begrippen passen bij de bron?
A
Amerikanisering en ontzuiling
B
Ontzuiling en massacultuur
C
individualisering en ontzuiling
D
Massacultuur en amerikanisering
Slide 27 - Quiz
Hoe noem je een maatschappij waarbij men veel luxeproducten kan kopen?
A
consumptiemaatschappij
B
Informatiemaatschappij
C
Massacultuur
D
Standenmaatschappij
Slide 28 - Quiz
Andy Warhol is een beroemde kunstenaar. Hij heeft ook het beroemde 'Soupcans' gemaakt. Welk begrip past het beste bij dit kunstwerk?
A
Massacultuur
B
Consumptiemaatschappij
C
Mentaliteit
Slide 29 - Quiz
Welk land had de meeste invloed op de massacultuur van de jaren 60
A
Sovjet-Unie
B
Amerika
C
Engeland
D
Frankrijk
Slide 30 - Quiz
Het ontstaan van massacultuur is gevolg van meer welvaart
A
Juist
B
Onjuist
Slide 31 - Quiz
Wat is een consumptiemaatschappij?
A
Een samenleving waarin mensen zuinig moeten zijn.
B
Een samenleving waarin mensen luxegoederen kunnen kopen.
C
Een samenleving waarin mensen hard moeten werken.
D
Een samenleving waarin iedereen een uitkering krijgt.
Slide 32 - Quiz
Hoe dachten hippies over de consumptiemaatschappij?
A
Ze wilden dat iedereen eraan meedeed
B
Hier moesten zij niks van hebben
C
Door de consumptiemaatschappij konden zij meer drugs gebruiken
D
Consumptiemaatschappij? Doe mij maar wat lsd...
Slide 33 - Quiz
Waardoor werd de amerikanisering mogelijk?
A
door de verzuiling
B
door de opkomst van de massamedia
C
door de tweede feministische golf
D
door het onderwijs
Slide 34 - Quiz
Wat is Amerikanisering?
A
Toenemende invloed van de Amerikaanse cultuur
B
Dat er veel Amerikanen in een land komen wonen
C
Dat Amerika een welvarend land werd
D
Dat Amerika een wereldmacht werd
Slide 35 - Quiz
Wat is geen voorbeeld van de amerikanisering?
A
introductie rock&roll
B
fastfoodrestaurants
C
Hollywood films
D
ontzuiling
Slide 36 - Quiz
Goede voorbeelden van Amerikanisering zijn:
A
Hamburgers eten en bescheiden zijn.
B
Coca-cola drinken en voor jezelf opkomen.
C
T-Shirts dragen en bescheiden zijn.
D
Pizza eten en voor jezelf opkomen.
Slide 37 - Quiz
Wat hoort niet bij amerikanisering?
A
Coca-Cola
B
McDonald's
C
Ceylon thee
D
Starbucks
Slide 38 - Quiz
Sinterklaas is een voorbeeld van amerikanisering.
A
Goed
B
Fout
Slide 39 - Quiz
Op welke van de onderstaande vier begrippen had amerikanisering het meeste invloed ?
A
Verzorgingsstaat
B
Ontzuiling
C
Jongerenculturen
D
Secularisatie
Slide 40 - Quiz
Wat was een oorzaak van Amerikanisering?
A
de consumptiemaatschappij
B
de wederopbouw
C
de jongerencultuur
D
het marshallplan
Slide 41 - Quiz
Met het Eurovisie Songfestival wordt amerikanisering tegengegaan
A
Juist
B
Onjuist
Slide 42 - Quiz
Amerikanisering in Nederland blijkt vooral uit...
A
het gebruik van Amerikaanse woorden
B
het grote aantal immigranten in Nederland
C
het grote aantal vakanties naar Amerika
D
veel oorlogsvluchtelingen die naar hun land terugkeren
Slide 43 - Quiz
Kloppen deze zinnen? 1. De Amerikanisering werd veroorzaakt door de overwinning van de VS op Duitsland. 2. De Marshallhulp was ook belangrijk bij het proces van Amerikanisering.
A
Zin 1 is juist
Zin 2 is onjuist
B
Zin 1 is onjuist
Zin 2 is juist
C
Beide zinnen zijn juist
D
Beide zinnen zijn onjuist
Slide 44 - Quiz
De Haka is amerikanisering
A
Waar
B
Niet waar
Slide 45 - Quiz
Na de 2
Na de 2e wereldoorlog staat West Europa erg open voor de consumptiemaatschappij uit Amerika en krijgt deze veel invloed. Hoe komt dat?
A
In Amerika is alles veel groter en mooier dan in Europa.
B
De Amerikanen hebben (onder andere) een einde gemaakt aan de 2e wereldoorlog.
C
Amerika heeft financieel bijgedragen aan de wederopbouw van Europa.
D
Amerika heeft van oorsprong een rijkere cultuur
Slide 46 - Quiz
Wat zijn kenmerken van de jaren '50 in Nederland?
A
Hard werken, Zuinigheid en gehoorzaamheid
B
Wederopbouw na de oorlog en een losse seksuele moraal.
C
Een losse seksuele moraal, protest en zuinigheid
D
Geen jongerencultuur, het verdwijnen van de verzorgingsstaat.
Slide 47 - Quiz
Kenmerkend voor de jaren '50 in Nederland was...
A
Genieten van het leven na de Tweede Wereldoorlog, consumptiemaatschappij
B
Groei van de welvaart, veel mensen hebben een auto