2H 3.1 machten met een minteken BTC

Hoofdstuk 3

Rekenen met variabelen

1 / 20

Slide 1: Slide

WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 3

Rekenen met variabelen

Slide 1 - Slide

Leerdoel

Machten met negatieve getallen herhalen en leren rekenen met machten met breuken.

Slide 2 - Slide

Naar de borden!

De bovenste leerling haalt de stift en een wisdoekje.

Na iedere opdracht wisselt de stift naar de volgende. Je doet allemaal mee!

Deel je bord in vier delen in.

Slide 3 - Slide

Schrijf als één macht

- 3 \cdot - 3 \cdot - 3 \cdot - 3 =

Slide 4 - Slide

Schrijf als één macht

- 3 \cdot - 3 \cdot - 3 \cdot - 3 =

- 3 \cdot 3 \cdot 3 \cdot 3 =

Slide 5 - Slide

Schrijf als één macht

- 3 \cdot - 3 \cdot - 3 \cdot - 3 =

- 3 \cdot 3 \cdot 3 \cdot 3 =

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​} \cdot \frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​} \cdot \frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​} =

Slide 6 - Slide

Schrijf als één macht

- 3 \cdot - 3 \cdot - 3 \cdot - 3 =

- 3 \cdot 3 \cdot 3 \cdot 3 =

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​} \cdot \frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​} \cdot \frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​} =

- \frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} \cdot - \frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} \cdot - \frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} =

Slide 7 - Slide

Is het antwoord positief of negatief?

- 3 \cdot - 3 \cdot - 3 \cdot - 3 =

- 3 \cdot 3 \cdot 3 \cdot 3 =

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​} \cdot \frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​} \cdot \frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​} =

- \frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} \cdot - \frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} \cdot - \frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} =

Slide 8 - Slide

Reken uit

- 3^{​ 3 ​ ​} =

(- 3)^{​ 3 ​ ​} =

Slide 9 - Slide

Reken uit

- 3^{​ 4 ​ ​}

(- 3)^{​ 4 ​ ​}

Slide 10 - Slide

Negatieve machten: geef een voorbeeld erachter

Slide 11 - Slide

positief of negatief?

- (- 6)^{​ 7 ​ ​}

Slide 12 - Slide

Breuken en machten: bereken

(\frac{​ 2 ​ ​}{​ 7 ​})^{​ 2 ​ ​} =

Slide 13 - Slide

Breuken en machten: bereken

(\frac{​ 2 ​ ​}{​ 7 ​})^{​ 2 ​ ​} =

(\frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​})^{​ 4 ​ ​} =

Slide 14 - Slide

Breuken en machten: bereken

(\frac{​ 2 ​ ​}{​ 7 ​})^{​ 2 ​ ​} =

(\frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​})^{​ 4 ​ ​} =

(- \frac{​ 2 ​ ​}{​ 3 ​})^{​ 3 ​ ​} =

Slide 15 - Slide

Bereken: Let op de rekenvolgorde

Slide 16 - Slide

Bereken: Let op de rekenvolgorde

Slide 17 - Slide

Zelfstandig werken H3.1

Schrijf de aantekeningen van hierboven in je
schrift bij je aantekeningen.
Weet je de rekenvolgorde nog? Anders die ook noteren.

Maak de opdrachten op BM

timer

5:00

- 3^{​ 3 ​ ​}

- 3^{​ 6 ​ ​}

(- 12)^{​ 8 ​ ​}

(- 6)^{​ 7 ​ ​}

Slide 18 - Slide

Machten met gelijk grondtal

5^{​ 3 ​ ​} \cdot 5^{​ 7 ​ ​} = 5^{​ 3 + 7 ​ ​} = 5^{​ 10 ​ ​}

Slide 19 - Slide

Zelfstandig werken

timer

5:00

Slide 20 - Slide

2H 3.1 machten met een minteken BTC

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

More lessons like this

Herhalingsles: Rekenen met Negatieve getallen

Herhalen hoofdstuk 2

Herhalen hoofdstuk 2

Herhalingsles: Rekenen met Negatieve getallen

2.3 en 2.4 verminigvuldigen en delen negative getallen + rekenvolgoorde [1CD]

HV1 - H9 Les 2: Negatieve getallen (2)

Rekenvolgorde Vervolg

H8 herhaling 3