Les 4 observeren

Ontwikkelingsgericht ondersteunen
1. Ontwikkelingspsychologie
2. Ondersteuning opdracht 
- Hoe kan ik een kind methodisch begeleiden 
- Hoe maak ik de kinderen zelfredzaam?
3. Observeren

1 / 14
next
Slide 1: Slide
ObserverenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Ontwikkelingsgericht ondersteunen
1. Ontwikkelingspsychologie
2. Ondersteuning opdracht 
- Hoe kan ik een kind methodisch begeleiden 
- Hoe maak ik de kinderen zelfredzaam?
3. Observeren

Slide 1 - Slide

Inhoud
Vorige keer - signaleren en interpreteren 
Nieuwe theorie observeren
Oefening observeren

Afronding


Slide 2 - Slide

Doel van de les
Aan het einde van de les kun je benoemen wat het verschil is tussen een open- en gesloten observatie en wat het verschil is tussen participerend en niet-participerend observeren. 

Slide 3 - Slide

Vorige keer 
Signaleren is...


Slide 4 - Slide

Signaleren is...

Slide 5 - Mind map

Interpreteren is...

Slide 6 - Mind map

Opdracht
Maak een tweetal
Observeer elkaar 1 minuut lang
Draai je om (rug tegen rug)
Verander iets aan je uiterlijk
Draai je weer om
Observeer elkaar 1 minuut lang
Wat is er veranderd? 
timer
1:00

Slide 7 - Slide

Nieuwe theorie 
Tot nu toe: 
- Waarnemen en observeren
 - Objectief en subjectief
- Interpreteren en signaleren

Slide 8 - Slide

Nieuwe theorie 
Participerende observatie: De observator neemt deel aan de activiteiten.
Niet-participerende observatie: De observator blijft op afstand en neemt niet deel.
Doelgerichte observatie en open observatie 


Slide 9 - Slide

Open observatie
Open observatie: Je noteert alles wat je opvalt, zonder specifieke focus.

Voorbeeld: Tijdens een vrije speelsessie observeer je hoe kinderen met elkaar omgaan zonder specifieke gedragingen in gedachten te hebben.

Wat zijn voordelen hiervan? 

Slide 10 - Slide

Open/niet-doelgerichte observatie
- geen specifiek doel 
- een algemeen beeld krijgen van het gedrag en de interacties van kinderen.

- ongestructureerd: Er wordt geen gebruik gemaakt van vooraf bepaalde categorieën of schema's.
- noteer alles wat opvalt zonder specifieke focus.
Voorbeeld:
Doel: Je wilt een algemeen beeld krijgen van hoe kinderen met elkaar omgaan tijdens vrije speeltijd.
Observatie: Je observeert de kinderen zonder specifieke focus, noteert verschillende gedragingen en interacties, en let op opvallende momenten of patronen.


Slide 11 - Slide

Gesloten observatie
Gesloten observatie: Bij gesloten observeren heb je een lijst met specifieke gedragingen of gebeurtenissen die je wilt observeren. Dit helpt om gerichte en vergelijkbare gegevens te verzamelen.

Voorbeeld: Tijdens een les observeer je specifiek hoe vaak een kind zijn hand opsteekt om een vraag te stellen.

Slide 12 - Slide

Gesloten/doelgerichte observatie
-  een duidelijk omschreven doel of vraag die beantwoord moet worden.
- gestructureerd: Er wordt gebruik gemaakt van vooraf bepaalde categorieën, checklists of observatieschema's.
- let op specifieke gedragingen of gebeurtenissen die relevant zijn voor het doel van de observatie.
Voorbeeld:
Doel: Je wilt weten waarom een kind vaak ruzie maakt op de speelplaats.
Observatie: Je observeert specifiek de interacties van het kind met andere kinderen tijdens de pauze, noteert hoe vaak en in welke situaties de ruzies ontstaan, en welke reacties het kind krijgt van anderen.

Slide 13 - Slide

Opdracht 
Wat doen? 
- Open/ niet-doelgerichte observatie 

Slide 14 - Slide