2M - H10 voorkennis en 10.1

Je ziet twee lineaire grafieken. Leg uit waarom de grafieken lineair zijn.
1 / 32
next
Slide 1: Open question
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Je ziet twee lineaire grafieken. Leg uit waarom de grafieken lineair zijn.

Slide 1 - Open question

Lees af bij grafiek 1.
Bij x = 0 hoort y = ...

Slide 2 - Open question

Lees af bij grafiek 1.
Bij x = 1 hoort y = ...

Slide 3 - Open question

Lees af bij grafiek 1.
Bij x = 2 hoort y = ..

Slide 4 - Open question

Schrijf de coördinaten van het omslagpunt op.

Slide 5 - Open question

Lees af bij grafiek 2.
Bij x = 0 hoort y = ...

Slide 6 - Open question

Wat is het startgetal van grafiek 1?

Slide 7 - Open question

Wat is het startgetal van grafiek 2?

Slide 8 - Open question

Wat is het hellingsgetal van grafiek 1?

Slide 9 - Open question

Wat is het hellingsgetal van grafiek 2?

Slide 10 - Open question

Geef de formule van grafiek 1.

Slide 11 - Open question

Geef de formule van grafiek 2.

Slide 12 - Open question


132=

Slide 13 - Open question


72=

Slide 14 - Open question


(13)2=

Slide 15 - Open question


(7)2=

Slide 16 - Open question


5,62=

Slide 17 - Open question

Als een getal tussen haakjes staat en dat getal ga je kwadrateren, dan is het antwoord altijd...
A
positief
B
negatief
C
dat kun je niet weten

Slide 18 - Quiz


Rond af op één decimaal
42=

Slide 19 - Open question


Rond af op één decimaal
6,9=

Slide 20 - Open question


Rond af op één decimaal
1542=

Slide 21 - Open question


Rond af op één decimaal
0,74=

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Slide

Bij welk van deze vier tabellen hoort een lineair verband? Leg uit.
Geen idee? Ga terug naar de vorige slide.

Slide 24 - Open question

Schrijf bij de tabellen die bij een lineair verband horen de formule op.

Slide 25 - Open question

Welke formules horen bij een lineair verband? Schrijf de letters op.

Slide 26 - Open question

Welke formules horen bij een lineair verband? Schrijf de letters op.

Slide 27 - Open question

Wat is het hellingsgetal van formule D?

Slide 28 - Open question

g = 0,8k + 19

Bereken g als k = 4. Rond niet af.

Slide 29 - Open question

19k + 0,8 = g
Bereken g als k = 4. Rond niet af.

Slide 30 - Open question

19 - 1,5k = g
Bereken g als k = 4. Rond niet af.

Slide 31 - Open question

Maak nu in je schrift:
5, 6 en 7d, 7e en 7f.

Hoofdstuk 10, blz 136 in je B-boek

Slide 32 - Slide