What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
aan elkaar of los?
1 / 26
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 3
This lesson contains
26 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
20 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Wat is goed?
A
de coronamaatregel
B
de corona maatregel
Slide 3 - Quiz
Wat is goed?
A
de avondklok
B
de avond klok
Slide 4 - Quiz
Wat is goed?
A
lange termijnplanning
B
lange termijn planning
C
langetermijnplanning
D
langetermijn planning
Slide 5 - Quiz
wat is goed?
A
hoogrendementsschroefcentrifugaalpomp
B
hoogrendements schroef centrifugaalpomp
C
hoog rendements schroefcentrifugaal pomp
D
hoog rendements schroefcentrifugaalpomp
Slide 6 - Quiz
Wat is het langste woord dat jij kent?
Slide 7 - Open question
Lastige gevallen
Let op de betekenis in de zin.
Slide 8 - Slide
Ik wil ten minste een zes voor Nederlands halen.
A
tenminste
B
ten minste
Slide 9 - Quiz
Ik houd van buitenvoetbal, tenminste/ ten minste als het niet regent
A
tenminste
B
ten minste
Slide 10 - Quiz
Lastige gevallen
1. Ik wil ten minste (= minimaal) een zes voor Nederlands halen.
2. Ik houd van buitenvoetbal, tenminste (= althans/ in ieder geval) als het niet regent.
Slide 11 - Slide
Ik heb te veel vitaminen C geslikt.
A
te veel
B
teveel
Slide 12 - Quiz
Het te veel aan vitaminen C plas je gewoon uit.
A
te veel
B
teveel
Slide 13 - Quiz
Lastige gevallen
1. Ik heb te veel (meer dan nodig) vitaminen C geslikt.
Ezelsbruggetje: kan je van te veel ook te weinig maken?
2. Het teveel (= overschot/overkill) aan vitaminen C plas je gewoon uit.
Je herkent het ook doordat 'teveel' een zelfstandig naamwoord is.
Slide 14 - Slide
één ding=één woord
het hangt van de betekenis af:
het rode wijngla
s= een wijnglas, rood van kleur
rodewijnglas=
een glas voor rode wijn
Slide 15 - Slide
Wat is het verschil tussen
1)
grote teennagel
en
2)
groteteennagel
?
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
opdracht spellingscontrole
Pak de opdracht uit Teams: schrijven 3F: gebruik spellingscontrole in TOA bij het examen schrijven en in Word bij samenstelling.
Lees de tekst goed door. Markeer de woorden geel die je aaneen moet schrijven.
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Aan elkaar of los?
A
bananen schil
B
bananenschil
Slide 21 - Quiz
Wel of geen koppelteken?
A
politieagent
B
politie-agent
Slide 22 - Quiz
Wel of geen koppelteken?
A
minimuminkomen
B
minimum-inkomen
Slide 23 - Quiz
Bij welk woord hoort geen koppelteken?
A
maximum-snelheid
B
ski-jas
C
chocolade-ijs
D
ex-directeur
Slide 24 - Quiz
Welke is goed?
A
paraplu inspectie
B
parapluinspectie
C
paraplu-inspectie
Slide 25 - Quiz
Aan het werk
grammatica en spelling 4.3
lezen theorie
maken opdracht 1 tot en met 5
Is de totale score onder de 60 procent?
Maak ook de extra opdracht
Slide 26 - Slide
More lessons like this
aan elkaar of los?
December 2022
- Lesson with
40 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 3
aan elkaar of los?
March 2023
- Lesson with
24 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 3
aan elkaar of los?
February 2021
- Lesson with
23 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 3
aan elkaar of los?
August 2023
- Lesson with
20 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 3
aan elkaar of los?
January 2024
- Lesson with
17 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 3
aan elkaar of los?
March 2022
- Lesson with
15 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 3
aan elkaar of los? vwo 3
January 2023
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Los of aan elkaar / koppelteken
March 2021
- Lesson with
21 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 4