HERHALING phrases-clé - Chapitre 5 - D,G

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Phrases-clés chapitre 5 - (livreB)

C phrases-clés, page 20

G phrases-clés, page 34

Oefenen met de zinnen

In de toets krijg je een oefening met zinnen.

Je moet bijvoorbeeld vertalen van Ne-Fa. Ook kan worden gevraagd om het antwoord op een van de vragen in de phrases-clés op te schrijven.

Bijvoorbeeld:

Vertaal: 

Is hij klein?

Geef antwoord op:

Tu as passé un bon weekend?

Hoe leer je de phrases-clés?

1) Eerst lezen en luisteren.

2) Dan opschrijven.

3) Hand erop en proberen op te schrijven zonder voorbeeld.

4) overhoren

Let op: Doe een paar zinnen per keer.

Leer altijd Vraag en antwoord bij elkaar.

C phrases-clés - parler de ses activités

tu as passé un bon weekend?

C'est qui Simon?

1. oui! on a été au cinéma, c'était super
2. c'est le quinze août
3. c'est mon anniversaire
4. avec Marie et Nicolaas, mes cousins

C'est quand ton anniversaire?

1. c'est mon anniversaire
2. oui, super, on a été à la piscine
3. avec Jules et Juliette, mes cousins
4. c'était hier, le 17 mars

tu as passé le weekend avec qui?

G phrases-clés - décrire quelqu'un

Tu es comment?

1. il est petit
2. il est calme
3. il a les cheveux marrons
4. il a les yeux bleus

elle a les cheveux de quelle couleur Yasmine?

antwoord de vraag in het Frans. Maak een hele zin

1. oui, je porte des lunettes
2. oui, il porte des lunettes
3. oui, elle porte des lunettes
4. non, tu ne portes pas de lunettes

antwoord de vraag in het Frans. Maak een hele zin