H4c slot van een uiteenzetting

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Welkom H4!

Programma

1. 10 minuten lezen, schrijf bruikbare citaten/zinnen vast op

2. Leidraad, beoordeling en opdracht uiteenzetting icm boek 3. Overzicht/indeling tekst

4.Bronnen inleveren, bij voorkeur in snelhechter en oefenen met slot schrijven

5.Afsluiting en vooruitblik

10 minuten lezen

Bespreken  leidraad, beoordelingsformulier & opdracht uiteenzetting i.c.m. boek 3

1. Leidraad uiteenzetting-- alles op een rijtje

2. Beoordelingsformulier

3. Opdracht toelichting

NOG VRAGEN?

De rest van de les kun je:

1. oefenen met het schrijven van een passend slot

2. het in orde maken & inleveren van je bronnen

Titel, ondertitel, tussenkopjes

Titel:

• Vaak opvallend afgedrukt
• Meestal kun je aan de titel zien waar de tekst over gaat
• Soms is een titel nieuwsgierigmakend

Ondertitel: 

• Geeft vaak extra informatie. Dus vaak is er een nieuwsgierigmakende titel en daarop volgt een ondertitel met meer informatie.

Tussenkopjes:

• In langere teksten  zie ja vaak tussenkopjes. Die vertellen waar een deel van de tekst over gaat. Tussenkoppen verdelen een tekst in overzichtelijke stukken en maken een lange tekst makkelijker leesbaar. 

Titel

--> maakt duidelijk waar de tekst over gaat

--> maakt de lezer nieuwsgiering

Tussenkopjes

--> maken duidelijk waar de alinea's over gaan

--> maken de tekst overzichtelijk

Bronvermelding

--> geeft aan waar de inhoud vandaan komt.

Alinea's

1. Een alinea bestaat uit een kernzin &  meerdere zinnen die  over hetzelfde onderwerp gaan. De kernzin is de 1e, 2e of laatste zin.
2. Geeft structuur / overzicht aan een tekst.
3. Elke alinea begint bij voorkeur met een signaalwoord.

Schrijf een slot van ongeveer 50 woorden over je boek, gebruik hierbij je inleiding. Kies zelf een manier van afsluiten, maar vergeet de hoofdgedachte (samenvatting), de uitsmijter en het cirkeltje rond maken niet!

Check elkaars huiswerk -  een aspect uitwerken van het middenstuk

1. Het is duidelijk welk aspect/deelonderwerp belicht wordt          o/v/g

2. De alinea('s) heeft (hebben) een kernzin                                              o/v/g

3. Er is gebruikt gemaakt van passende signaalwoorden                 o/v/g

4. De tekst is geschreven in correct Nederlands                                   o/v/g

5. Er is een passend tussenkopje                                                                  o/v/g

Geef elkaar een top en tip

 

Afsluiting en vooruitblik

Schrijfopdracht uiteenzetting: dinsdag 25 maart in computerlokaal

• Zorg dat je je boek uitgelezen hebt en MEENEEMT

• Leer theorie uiteenzetting (zie LessonUps op Teams)
• Lees de hoofdstukken 11-16, blz 160 t/m 183 nog eens door zodat je de 'literaire begrippen' opfrist.
  

Wat zijn de kenmerken van een uiteenzetting?

Noem een manier van inleiden die geschikt is voor een uiteenzetting.

Hoe ziet de opbouw van een alinea in het middenstuk van een uiteenzetting eruit?

Slot van een uiteenzetting

Doel: Je leert hoe het slot van een uiteenzetting eruitziet. 

Inleiding

Slot

anekdote / voorbeeld

conclusie

aanleiding / actualiteit

stukje geschiedenis

advies

hoofdgedachte

toekomstverwachting

vragen stellen

samenvatting

Wat wordt er bedoeld met het cirkeltje rond maken? En wat is een uitsmijter?

Welke manier van
afsluiten is hier
gebruikt?

1. samenvatting
2. toekomstverwachting
3. advies

Heeft dit slot een
uitsmijter? En is
het cirkeltje rond
gemaakt?

1. wel cirkeltje, geen uitsmijter
2. geen cirkeltje, wel uitsmijter
3. geen cirkeltje, geen uitsmijter
4. zowel cirkeltje als uitsmijter

Welke manier van
afsluiten is hier
gebruikt?

1. samenvatting
2. toekomstverwachting
3. advies

Heeft dit slot een
uitsmijter? En is
het cirkeltje rond
gemaakt?

1. wel cirkeltje, geen uitsmijter
2. geen cirkeltje, wel uitsmijter
3. geen cirkeltje, geen uitsmijter
4. zowel cirkeltje als uitsmijter

Welke manier van
afsluiten is hier
gebruikt?

1. samenvatting
2. toekomstverwachting
3. advies

Heeft dit slot een
uitsmijter? En is
het cirkeltje rond
gemaakt?

1. wel cirkeltje, geen uitsmijter
2. geen cirkeltje, wel uitsmijter
3. geen cirkeltje, geen uitsmijter
4. zowel cirkeltje als uitsmijter

Schrijf nu zelf een slot van ongeveer 50 woorden over je boek, gebruik hierbij je inleiding.
Kies zelf een manier van afsluiten, maar vergeet de hoofdgedachte, de uitsmijter en het cirkeltje rond maken niet!