Week 2 kruisingen en voorspellingen

Vorige les
Week 2: Kruisingen en voorspellingen
1 / 30
next
Slide 1: Slide
GeneticaMBOStudiejaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Vorige les
Week 2: Kruisingen en voorspellingen

Slide 1 - Slide

Planing
Herhaling
Mitose en Meiose
Fokken
Dominant recessieve eigenschappen
Homo- en heterozygoot
Kruisingsschema's
Dihybride kruising ***

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Cel en chromosomen

Slide 4 - Slide

Karyogram

Slide 5 - Slide

Begrippen voor deze les
Homozygoot
Heterozygoot
Dominant
Recessief
Monogeen kenmerk
Polygeen kenmerk
Monohybride kruising
Dihybride kruising

Slide 6 - Slide

Sander en Marieke hebben beide een blonde labrador pup gekocht bij dezelfde fokker. Na een jaar valt hen bij de nest-reünie op dat de labrador van Sander veel rustiger en gehoorzamer is dan die van Marieke. Marieke klaagt hierover bij de fokker: "Waarom heb je mij de drukste pup uit het nest gegeven?" Waarom is de "klacht" van Marieke onterecht? Gebruik in je uitleg de woorden genotype, fenotype en milieu.

Slide 7 - Open question

Benoem een reden waarom verantwoord fokken zo belangrijk is

Slide 8 - Open question

Belang verantwoord fokken
  1. Eigenwaarde van het dier (intrinsieke waarde)
  2. Welzijn en gezondheid op peil houden
  3. Behoud van levenskracht en lichamelijke gezondheid of wel; Vitaliteit (gezonde energie om te leven)
  4. Behoud van soorteigen gedrag
  5. Behoud van genetische diversiteit (tussen soorten maar ook binnen soorten)

Slide 9 - Slide

Leerdoelen
  • Je kan beschrijven wat mitose en meiose is en wat het onderlinge verschil is.
  • Je kan in je eigen woorden beschrijven wat een allel is
  • Je kunt in je eigen woorden beschrijven wat homo- en heterozygoot is
  • Je weet wat het belang is van erfelijkheid bij het verantwoord fokken van dieren
  • Je kan zelfstandig een monohybridekruising maken
  • Je kan zelfstandig een dihybride kruising maken**

Slide 10 - Slide

Mitose en Meiose
  • Mitose: is de celdeling waarbij een exacte kopie van de cel ontstaat. Er ontstaan identieke, gewone cellen bijv. voor kraakbeen of huid
  • Meiose: is de celdeling waarbij uit gewone cellen,                     geslachtscellen (eicellen of spermacellen) ontstaan

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

Slide 13 - Link

Extra uitleg mitose en meiose
Extra verdieping met extra (overbodige) informatie: https://www.youtube.com/watch?v=zrKdz93WlVk 

Slide 14 - Slide

Opdracht definitie begrippen
Maak de opdrachten van hoofdstuk 1 (worden uitgedeeld)

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Erfelijkheidsbegrippen
  • Homozygoot = fokzuiver, hetzelfde allel komt tweemaal voor
 Bijv ZZ ; kan alleen maar zwart doorgeven
 Je weet zeker welke kleur het dier doorgeeft
  • Heterozygoot = niet-fokzuiver, dus 2 verschillende allelen
 Bijv Zz ; kan zwart en bruin doorgeven
 Je weet niet zeker welke kleur het dier doorgeeft
  • Dominant = overheersend (hoofdletter)
  • Recessief = ondergeschikt (kleine letter)



Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Monohybride
Enkelvoudige kruising = monohybride kruising 
- Ouders kruisen die verschillen in één eigenschap

Bijv. kleur vacht: zwarte reu / bruine teef

Dominante eigenschap : hoofdletter B
Recessieve eigenschap : kleine letter b
Zwarte hond kan genetisch BB of Bb zijn


Slide 19 - Slide

Kruisingsschema (monohybride)
B= Zwart | b = Wit

BB x Bb
Bb x Bb
BB x bb
BB x BB
Wat voor nakomelingen levert dit op?

Slide 20 - Slide

Kruisingsschema
Monohybride kruising video  https://www.youtube.com/watch?v=F8_DHE9o7Lo
Kruisingsschema video https://www.youtube.com/watch?v=1LDuwM8uwTU

Slide 21 - Slide

Stel, een hond heeft voor vachtkleur een allel bond (P) en een allel effen (p). Welk antwoord is dan juist?
A
Deze hond is bond en heterozygoot
B
Deze hond is effen en heterozygoot
C
Deze hond is bont en homozygoot
D
Deze hond is effen en homozygoot

Slide 22 - Quiz

Ik heb twee witte schapen: een ram en een ooi. In het voorjaar worden er drie lammetjes geboren. twee witten en één zwarte. Welke van de onderstaande beweringen is juist?
A
Zwart is dominant en beide ouders zijn homozygoot voor kleur
B
Wit is dominant en beide ouders zijn homozygoot voor kleur
C
Zwart is dominant en beide ouders zijn heterozygoot voor kleur
D
Wit is dominant en beide ouders zijn heterozygoot voor kleur

Slide 23 - Quiz

Maak de opdrachten

Slide 24 - Slide

Generaties

Weergaven van generatie waar je mee fokt
P generatie = ouders (P van parents)
F generatie = nakomelingen (F van filium, zoon)
F1 = 1e generatie nakomelingen
F2 = 2e generatie nakomelingen

Slide 25 - Slide

Dihybride kruising klassikaal
Tweevoudige kruising = dihybride kruising 
dieren verschillen in 2 eigenschappen

Zwart is dominant over bruin (Z-z)
Ruwharig is dominant over gladharig (R-r)
Je kruist 2 zwarte (heterozygoot), ruwharige (heterozygoot) honden met elkaar. 


Slide 26 - Slide

Kruisingsschema (dihybride)





Hoeveel procent kans heb je om een bruine pup met ruw haar te fokken?
ZR
Zr
zR
zr
ZR
Zr
zR
zr

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Afsluiting

Slide 29 - Slide

Afsluitende vragen

Slide 30 - Slide