sc2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo lwoo, b
• Leerjaar 3

sc2

Lesdoelen

- Aan het einde van de les hebben de leerlingen kennis gemaakt met 5 nieuwe woorden.
- Aan het einde van de les kunnen de leerlingen de begrippen ‘hoofdpersoon’, ‘bijpersonen’,
en ‘genres’ correct benoemen en toepassen door deze in duo's toe te passen in de vragen
die in de stencil.
- Aan het einde van de les hebben de leerlingen de leesstrategieën toegepast
 - Aan het einde van de les hebben alle duo's de vragen van hoofdstuk 1 en 2 uit het
werkboekje volledig ingevuld, waarbij ze blijk geven van samenwerking door onderling te
bespreken en te corrigeren waar nodig. 

Wat is een hoofdpersoon?

Wat is een bijpersoon?

Wat is een hoofdpersoon?

1. Alle mensen die voorkomen in een verhaal
2. Belangrijkste personen in het verhaal
3. Alle personen die een naam hebben in het verhaal
4. Diegene van wie je de gedachten en gevoelens weet

Wat is een bijpersoon?

1. iemand zonder tekst
2. iemand die wel een rol speelt, maar niet de belangrijkste
3. de belangrijkste persoon uit het verhaal
4. iemand die beschreven wordt qua uiterlijk en karakter.

Wat is een genre?

1. Een soort boek
2. De titel van een boek

Moeilijke woorden

Hoofdstuk 1 woordenlijst

1. Schaamte - Een gevoel van ongemak of verlegenheid over iets wat je hebt

gedaan.

2. Schuldgevoel - Het gevoel dat je iets verkeerds hebt gedaan.

3. Flacon - Klein flesje voor vloeistoffen.

4. Hygiënisch - Schoon en gezondheidsbevorderend.

5. Crimineel - Iemand die strafbare feiten pleegt.

6. Jeugdgevangenis - Een gevangenis voor jonge mensen.

7. Politiecel - Een kamer waarin verdachten door de politie worden vastgehouden.

8. Gedachten - Dingen die je in je hoofd denkt. 

Hoofdstuk 1 lezen

Hoofdstuk 2 woordenlijst

1. Gedetineerde - Iemand die gevangen is.

2. Dilemma - Een moeilijke keuze tussen twee of meer opties.

3. Onmacht - Het gevoel van niet in staat zijn om iets te doen.

4. Agressie - Gewelddadig of vijandig gedrag.

5. Intimidatie - Gedrag dat iemand bang maakt of bedreigt.

6. Verraad - Ontrouw of bedrog door iemand die je vertrouwt.

7. Reflectie - Het nadenken over en analyseren van je eigen gedachten en acties.

8. Strategie - Een plan van aanpak om een doel te bereiken. 

Hoofdstuk 2 lezen

Opdracht

In duo's de vragen van hoofdstuk 1 en 2 maken!

Exit-ticket

Op Magister in berichten staat een exit-ticket klaar!