4TL 11.4 Uiterlijk voorspellen

Jullie vullen een vragenlijst in over mij als docent.
1. Ga op internet naar www.vospiegel.nl
2. Vul per vragenlijst de 9-cijferige enquête-/afnamecode in die je van je vakdocent hebt gekregen: 
3. Doorloop de vragenlijst vraag voor vraag (Als de vragenlijst is gestart, dient deze in 1x doorlopen te worden)
4. Sluit de vragenlijst goed af na de laatste vraag (browser afsluiten)
1 / 12
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Jullie vullen een vragenlijst in over mij als docent.
1. Ga op internet naar www.vospiegel.nl
2. Vul per vragenlijst de 9-cijferige enquête-/afnamecode in die je van je vakdocent hebt gekregen: 
3. Doorloop de vragenlijst vraag voor vraag (Als de vragenlijst is gestart, dient deze in 1x doorlopen te worden)
4. Sluit de vragenlijst goed af na de laatste vraag (browser afsluiten)

Slide 1 - Slide

Thema 11: Erfelijkheid




11.4
   Uiterlijk voorspellen

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 
  1. Je kunt uitleggen waardoor de kans op een jongen en op een meisje gelijk is.
  2. Je kunt een kruisingsschema maken.
  3. Je kunt het uiterlijk van nakomelingen voorspellen. 




Slide 3 - Slide

Je kunt uitleggen waarom je 50% kans hebt 
op een jongen of meisje.
  • De moeder (XX) geeft via haar eicellen altijd een X door 
  • De vader (XY) geeft via zijn zaadcellen een X of een Y door. Dus 50% kans op een X of 50% kans op een Y.
In het kruisingsschema zie je dat je (2 x 25%) = 50% hebt op een jongen. En (2 x 25%) = 50% kans op een meisje.

Slide 4 - Slide

Je kunt met behulp van een kruisingsschema voorspellen wat de kans op een bepaald fenotype bij de F1* generatie is.
P-generatie = ouders
Fenotype = donker haar
Genotype = heterozygoot Aa

Vader zaadcel = A of a
Moeder eicel   = A of a

*F (Filius), letterlijk: zoon. De F1 is de eerste generatie nakomelingen

Slide 5 - Slide

Je kunt met behulp van een kruisingsschema voorspellen wat de kans op een bepaald fenotype bij de F1 generatie is.

Slide 6 - Slide

Je kunt met behulp van een kruisingsschema voorspellen wat de kans is op een bepaald fenotype bij de F1 generatie
Fenotype = 3 x25% = 75% donker
Genotype = 2 x 25% = 50% op Aa
                   = 1 x 25% op AA
                   = 1 x 25% op aa
Er zijn altijd 4 opties: 
genotype
A en A = AA
a bij A = aA (schrijfwijze Aa)
A bij a = Aa
a bij a = aa
Fenotype
- donker
- donker
- donker
- rood

Slide 7 - Slide

Je kunt met behulp van een kruisingsschema voorspellen wat een bepaald fenotype bij de F2 generatie is. 
Het genotype van de P-generatie is bekent. Rood haar is reccesief. Je ziet dat er genotypen ontbreken. Toch kan je deze invullen door kruisingschema's te maken. 

Slide 8 - Slide

Oefenen: Kruisingsschema nr. 1
Het gen voor een normale sinaasappel is dominant over het gen voor navelsinaasappel
a. Een sinaasappel heeft genotype Bb. Is het dan een normale sinaasappel of een navelsinaasappel?
b. Geef het genotype van een navelsinaasappel.
c. Een homozygote normale sinaasappel wordt gekruist met een navelsinaasappel. 
    Hoe zien de genotypen van de nakomelingen er uit?
d. Je gaat de nakomelingen onderling weer kruisen.
     Hoeveel % van de nakomelingen zijn normale sinaasappelen?

Slide 9 - Slide

Antwoorden
Normale sinaasappel: dominant (B)
Navelsinaasappel:  recessief (b)

1a. Bb is een normale sinaasappel
1b. Navelsinaasappel = bb
1c. Homozygote normale sinaasappel BB
      Navelsinaasappel (ook homozygoot) bb
Alle nakomelingen zien er uit als normale sinaasappels 
(zie bovenste kruisingsschema)
1d. Bb = normale sinaasappel. 75% is een normale sinaasappel.
(zie onderste kruisingsschema)

Slide 10 - Slide

Maken en lezen:
Lezen blz 112 t/m 119
Opdracht 1 t/m 13





De volgende les

Intermediaire fenotypen




Slide 11 - Slide

Leerdoelen 
  1. Je kunt uitleggen waardoor de kans op een jongen en op een meisje gelijk is.
  2. Je kunt een kruisingsschema maken.
  3. Je kunt het uiterlijk van nakomelingen voorspellen. 




Slide 12 - Slide