a. Schrijf het getal 53,6 miljard in de wetenschappelijke notatie.
b. Bereken 5,3% van 0,712 en schrijf het antwoord in de wetenschappelijke notatie. Rond af op 2 decimalen.
c. De kans om de hoofdprijs te winnen is 1 op de 50 miljoen. Schrijf deze kans als getal in de wetenschappelijke notatie.
d. Een kamer heeft een oppervlakte van 10,4 m2. Wat is dan de oppervlakte in cm2?
e. Johan doet over een afstand van 12km 1 uur, 10 minuten en 25 seconden. Wat is zijn gemiddelde snelheid in km/h. Rond je antwoord af op 1 decimaal.
f. Als je 100 km/h per uur rijdt, wat is dan je snelheid in m/s? Rond af op 1 decimaal.
g. Hoeveel uren, minuten en seconden is 4,12 uur?