What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Herhaling verkoopgesprek BIT
Welke vaardigheden moet je
hebben als onthaalmedewerker?
1 / 31
next
Slide 1:
Mind map
Logistiek en organisatie
Secundair onderwijs
This lesson contains
31 slides
, with
interactive quizzes
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welke vaardigheden moet je
hebben als onthaalmedewerker?
Slide 1 - Mind map
Hoe gedraag je je als een klant binnenkomt?
A
Je glimlacht naar de klant
B
Je gaat naar de klant toe en vraagt of je kan helpen
C
Je begroet de klant
D
Je drinkt verder je koffie
Slide 2 - Quiz
Welke houding neem je als verkoper aan tegenover de klant?
Slide 3 - Open question
Op wat moet je zeker letten bij de klant?
A
Of hij zijn geld bij heeft
B
Of hij hulp nodig heeft
C
Op zijn houding
D
Op zijn tanden
Slide 4 - Quiz
Kan je een klant op eender welk moment onthalen?
Slide 5 - Open question
Waarom is een goede eerste indruk zo belangrijk?
A
Omdat de klant dan veel koopt
B
Omdat de klant dan tevreden is
C
Omdat de klant zich belangrijk wil voelen
D
Omdat de klant anders niks zal kopen
Slide 6 - Quiz
Hoe heet het stappenplan dat in de verkoop gebruikt wordt?
A
De ADA-structuur
B
De driestappentechniek
C
De AIDA-structuur
D
Het driestappenplan
Slide 7 - Quiz
AIDA staat voor ...
A
Action, Interest, Devotion en Attention
B
Action, Interest, Desire en Attention
C
Action, Intake, Desire en Action
D
Attention, Interest, Desire en Action
Slide 8 - Quiz
Hoe kan de verkoper de aandacht
trekken van de klant?
Slide 9 - Mind map
Hoe heet de eerste fase van het verkoopgesprek?
A
De behoefteanalyse
B
De AIDA-analyse
C
De voorstelfase
D
De afsluitfase
Slide 10 - Quiz
Klanten hebben vaak een koopmotief. Wat is een koopotie
Slide 11 - Open question
Klanten hebben vaak een koopmotief? Wat is een koopmotief?
A
De klant weet perfect wat hij wil en gaat op zijn doel af
B
De klant weet nog niet wat hij wil maar hebben wel een bepaalde behoefte
C
De klant weet nog niet wat hij wil en hebben ook geen behoefte
D
De klant weet perfect wat hij wil en wil ook geen hulp van de verkoper
Slide 12 - Quiz
Om het koopmotief beter te achterhalen, stel je best
A
Geen vragen
B
Open vragen
C
Meerkeuze vragen
D
Gesloten vragen
Slide 13 - Quiz
'Hoe groot moet de wagen zijn' is een voorbeeld van ...
A
Een open vraag
B
Een gesloten vraag
C
Een meerkeuze vraag
D
Een controlerende vraag
Slide 14 - Quiz
De verkoper is het best...
A
Altijd aan het woord
B
Soms aan het woord
C
Nooit aan het woord
D
Ik weet het niet
Slide 15 - Quiz
Wat versta je onder
een actieve luisterhouding?
Slide 16 - Mind map
Waarom moet je de klant aankijken als hij tegen je spreekt?
A
Om hem te overhalen om het product te kopen
B
Zo toon je belangstelling en interesse
C
Omdat er buiten toch niks te zien is
D
Omdat je zo onmiddellijk tot actie kan overgaan
Slide 17 - Quiz
Waarom prikkel je het best de zintuigen
als je de producten gaat presenteren?
Slide 18 - Mind map
Wat doe je als je weet wat de klant zoekt?
A
In de handen klappen
B
Demonstreren
C
Knipogen naar je collega
D
De klant een knuffel geven
Slide 19 - Quiz
Elk gedrag van de klant waaruit blijkt dat hij interesse heeft in het product heet men ...
A
Een koopmotief
B
Een koopsignaal
C
Een koopalarm
D
Een koopwens
Slide 20 - Quiz
Welk koopsignaal straalt deze klant uit?
A
Positief
B
Negatief
C
Geen van beide
Slide 21 - Quiz
Wat is een trouwe klant?
A
Een klant die altijd vriendelijk is
B
Een klant die op tijd betaalt
C
Een klant die enkel jou als verkoper wil
D
Een loyale klant
Slide 22 - Quiz
Klanten kun je indelen op basis van hun ...
A
Koopsignalen
B
Houding
C
Leeftijd
D
Budget
Slide 23 - Quiz
Relatieklanten willen dat een verkoper het product door en door kent. Waar of niet waar?
Slide 24 - Open question
Wat als je niet weet welk type klant je voor je hebt?
A
Je benadert de klant niet.
B
Je spiegelt zijn gedrag.
C
Je vraagt als de klant hulp nodig heeft.
D
Dan word je boos
Slide 25 - Quiz
Wat doe je als
de klant boos wordt?
Slide 26 - Mind map
Je bent als verkoper altijd vriendelijk en ...
A
Loyaal
B
Opdringerig
C
Behulpzaam
D
Apathisch
Slide 27 - Quiz
Als de klant bezwaar heeft, wil dit zeggen dat de klant het product niet wil kopen.
A
Ja
B
Neen
C
Soms
D
Ik weet het niet.
Slide 28 - Quiz
Welke twee soorten verkoopargumenten kun je onderscheiden?
A
Goede en slechte
B
Verkoopargumenten bestaan niet
C
Leuke en minder leuke
D
Rationele en emotionele
Slide 29 - Quiz
Wat is de tweede stap van de driestappentechniek?
A
Je probeert als verkoper de bron van het bezwaar te begrijpen
B
Je zorgt ervoor dat de klant jouw standpunt begrijpt
C
Je doet als verkoper een actief tegenvoorstel
D
Welke driestappentechniek?
Slide 30 - Quiz
Waarom moet je als verkoper je product goed kennen?
Slide 31 - Open question
More lessons like this
Het verkoopgesprek
September 2022
- Lesson with
15 slides
Zakelijke communicatie
Secundair onderwijs
verkoop les 2 (online)
March 2021
- Lesson with
43 slides
Verkoop
Secundair onderwijs
Verkoopgesprek 7/2
February 2023
- Lesson with
17 slides
Kantoortechnieken
Secundair onderwijs
AIDA model
April 2024
- Lesson with
27 slides
Retail
Secundair onderwijs
T4 L6 verkoopgesprek
April 2024
- Lesson with
49 slides
Retail
Secundair onderwijs
Telefoongesprek met de klant
November 2024
- Lesson with
15 slides
analyse verkoopfactuur
October 2024
- Lesson with
28 slides
Economie
Secundair onderwijs
Les 6: Presentatie
November 2020
- Lesson with
18 slides
Marketing
Tertiary Education