B2a 1.2 deel 3

Nettowinst
Paragraaf 1.2
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Nettowinst
Paragraaf 1.2

Slide 1 - Slide

Weten we het nog?
Wat is afzet?
Wat is brutowinst?
Wat zijn bedrijfskosten?

Slide 2 - Slide

Winst
Je brutowinst gebruik je om je bedrijfskosten te betalen

Slide 3 - Slide

Nettowinst
De winst die overblijft nadat de kosten betaald zijn heet: nettowinst

Slide 4 - Slide

Voorbeeld
Je hebt een brutowinst van €30 000
Je bedrijfskosten zijn €22 000

Wat is de nettowinst?

Slide 5 - Slide

Voorbeeld
Je bakkerij heeft een afzet van 1000 broden
De verkoopprijs is €5 per stuk
Het inkopen van een brood kost je €2
Je bedrijfskosten zijn €1500

Wat is de nettowinst die je maakt?
Tip: bereken eerst je omzet en daarna je brutowinst
timer
3:00

Slide 6 - Slide

Opdrachten maken
Lees bladzijde 18
Maak opdracht 10 t/m 13
Werk op fluistertoon samen
Nakijken (alle opdrachten)
Klaar? Maak blz. 20 of 21
timer
10:00

Slide 7 - Slide

4

Slide 8 - Video

00:30
Waar zou het aan liggen dat er te weinig omzet is?
A
De prijzen zijn te laag
B
De inkoopwaarde is te hoog
C
Klanten kopen minder
D
De bedrijfskosten zijn te hoog

Slide 9 - Quiz

01:32
BCC had hun winkel dus anders moeten inrichten. Onder welke productiefactor valt een winkel?
A
Natuur
B
Arbeid
C
Kapitaal

Slide 10 - Quiz

00:30
Welke reden wordt hier genoemd voor het faillissement van BCC?
A
Te weinig afzet
B
Te weinig omzet
C
Te hoge inkoopwaarde
D
Te hoge bedrijfskosten

Slide 11 - Quiz

01:32
Op welk gebied loopt BCC het meest achter op andere bedrijven?
A
Technologische ontwikkelingen
B
Investeringen
C
Productiefactoren
D
Bedrijfskosten

Slide 12 - Quiz

2

Slide 13 - Video

00:45
Als je personeelskosten te hoog zijn, wordt dan je brutowinst of je nettowinst te laag?
A
Brutowinst
B
Nettowinst

Slide 14 - Quiz

00:45
Welk probleem is er voor deze bouwbedrijven?
A
Te hoge energiekosten
B
Te weinig omzet
C
Te hoge personeelskosten
D
Te weinig afzet

Slide 15 - Quiz

Aan de slag!
  • Maak de opdrachten van paragraaf 1.1 en 1.2 af.
  • Klaar? Leer alvast de begrippen op bladzijde 36
  • Overhoor elkaar
  • Daarmee klaar? Maak bladzijde 20 of 21
  • Tot het einde van de les

Slide 16 - Slide