What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
m2d 1 oktober
Welkom!
Pak je boek van economie
Open op bladzijde 20
Lees de blauwe tekst
In stilte
2 minuten
Eerder klaar? Maak alvast opdracht 12
timer
2:00
1 / 36
next
Slide 1:
Slide
Mens & Maatschappij
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
This lesson contains
36 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
3 videos
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom!
Pak je boek van economie
Open op bladzijde 20
Lees de blauwe tekst
In stilte
2 minuten
Eerder klaar? Maak alvast opdracht 12
timer
2:00
Slide 1 - Slide
Weten we het nog?
Wat is afzet?
Wat is brutowinst?
Hoe bereken je die?
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Kosten
De kosten die je maakt heten
bedrijfskosten
Bijvoorbeeld:
Stroom
Huur van een pand
Salaris van je werknemers
Kosten voor reclame
Machines
Slide 4 - Slide
Winst
Je brutowinst gebruik je om je bedrijfskosten te betalen
Slide 5 - Slide
Nettowinst
De winst die overblijft nadat de kosten betaald zijn heet:
nettowinst
Slide 6 - Slide
Voorbeeld
Je hebt een brutowinst van €30 000
Je bedrijfskosten zijn €22 000
Wat is de
nettowinst
?
Slide 7 - Slide
Voorbeeld
Je bakkerij heeft een afzet van 1000 broden
De verkoopprijs is €5 per stuk
Het inkopen van een brood kost je €2
Je bedrijfskosten zijn €1500
Wat is de
nettowinst
die je maakt?
Tip: bereken eerst je omzet en daarna je brutowinst
timer
3:00
Slide 8 - Slide
Aan de slag!
Open je boek op blz. 20
Maak opdracht 10 t/m 15 (huiswerk)
5 minuten in stilte
Nakijken
Klaar? Maak blz. 22
timer
5:00
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
4
Slide 12 - Video
00:30
Waar zou het aan liggen dat er te weinig omzet is?
A
De prijzen zijn te laag
B
De inkoopwaarde is te hoog
C
Klanten kopen minder
D
De bedrijfskosten zijn te hoog
Slide 13 - Quiz
01:32
BCC had hun winkel dus anders moeten inrichten. Onder welke productiefactor valt een winkel?
A
Natuur
B
Arbeid
C
Kapitaal
Slide 14 - Quiz
2
Slide 15 - Video
00:45
Als je personeelskosten te hoog zijn, wordt dan je brutowinst of je nettowinst te laag?
A
Brutowinst
B
Nettowinst
Slide 16 - Quiz
00:45
Welk probleem is er voor deze bouwbedrijven?
A
Te hoge energiekosten
B
Te weinig omzet
C
Te hoge personeelskosten
D
Te weinig afzet
Slide 17 - Quiz
01:32
Op welk gebied loopt BCC het meest achter op andere bedrijven?
A
Technologische ontwikkelingen
B
Investeringen
C
Productiefactoren
D
Bedrijfskosten
Slide 18 - Quiz
00:30
Welke reden wordt hier genoemd voor het faillissement van BCC?
A
Te weinig afzet
B
Te weinig omzet
C
Te hoge inkoopwaarde
D
Te hoge bedrijfskosten
Slide 19 - Quiz
Oefenen
Doe je boek dicht
Pak een pen
Vul het oefenblad in
Vul ook je berekening in!
Eerste 3 minuten in stilte
Daarna rustig overleggen of in je boek kijken
timer
3:00
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Wat bereken je met deze formule?
A
Afschrijving per jaar
B
Afzet
C
Brutowinst
D
Nettowinst
Slide 23 - Quiz
Wat bereken je met deze formule?
A
Afschrijving per jaar
B
Afzet
C
Omzet
D
Nettowinst
Slide 24 - Quiz
Wat bereken je met deze formule?
A
Brutowinst
B
Afzet
C
Omzet
D
Nettowinst
Slide 25 - Quiz
Wat bereken je met deze formule?
A
Afschrijving
B
Afzet
C
Omzet
D
Nettowinst
Slide 26 - Quiz
De brutowinst is €125.000. De bedrijfskosten zijn €75.000. Wat is de nettowinst?
A
€50.000
B
€200.000
Slide 27 - Quiz
Hoe heten de kosten om je winkel te laten functioneren?
A
Bedrijfskosten
B
Afschrijving
C
Inkoopkosten
D
Kapitaalgoederen
Slide 28 - Quiz
Hoe heet het totale bedrag dat je ontvangt voor de producten die je verkoopt?
A
Afzet
B
Omzet
C
Brutowinst
D
Nettowinst
Slide 29 - Quiz
Hoe heet het aantal producten dat je verkoopt?
A
Afzet
B
Omzet
C
Brutowinst
D
Nettowinst
Slide 30 - Quiz
Hoe heet het totale bedrag dat een bedrijf betaalt voor de inkoop van goederen?
A
Kapitaal
B
Kapitaalgoederen
C
Inkoopkosten
D
Inkoopwaarde
Slide 31 - Quiz
Wat is hoger, de brutowinst of de nettowinst?
A
Brutowinst
B
Nettowinst
Slide 32 - Quiz
Wat is de winst die je overhoudt nadat alle kosten eraf zijn?
A
Brutowinst
B
Nettowinst
Slide 33 - Quiz
Wat heb je als je bedrijfskosten hoger zijn dan je brutowinst?
A
Brutoverlies
B
Bruttowinst
C
Nettoverlies
D
Nettowinst
Slide 34 - Quiz
Je omzet is €10.000. De inkoopwaarde is €2.000. Wat is de brutowinst?
A
€5.000
B
€8.000
C
€12.000
D
€20.000
Slide 35 - Quiz
Leren
Ga op jouw manier de begrippen oefenen
De begrippenlijst staat op blz. 40
Of maak de extra opdrachten (blz. 22-23)
5 minuten in stilte
Daarna mag je elkaar overhoren
timer
5:00
Slide 36 - Slide
More lessons like this
Winst of verlies?
January 2019
- Lesson with
22 slides
by
Economics
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
economie voor vmbo
6.3 Hoe maak je winst?
December 2018
- Lesson with
28 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
6.3 Winst of verlies?
November 2018
- Lesson with
26 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
leerjaar 3 hst 5 les 2
March 2020
- Lesson with
14 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Omzet & winst
January 2019
- Lesson with
18 slides
by
Economics
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
Economie voor vmbo
Administratie hst 1 Een bedrijf van dichtbij paragraaf 5 en 6
January 2022
- Lesson with
21 slides
Economie & Ondernemen
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
3.2 Winst of verlies?
August 2018
- Lesson with
39 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
B2a 1.2 deel 3
October 2023
- Lesson with
16 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2