What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Oefentoets werkwoordspelling
Oefentoets werkwoordspelling
1 / 23
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
This lesson contains
23 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Oefentoets werkwoordspelling
Slide 1 - Slide
Hij (geloven, tt) mij niet.
A
gelooft
B
geloofd
C
geloofdt
Slide 2 - Quiz
Wat (vinden, tt) je van mijn nieuwe schoenen?
A
vind
B
vindt
C
vint
Slide 3 - Quiz
De jongens (ontmoeten, tt) elkaar op het voetbalveldje.
A
ontmoete
B
ontmoeten
C
ontmoette
D
ontmoetten
Slide 4 - Quiz
Als ik de takken (vasthouden, tt), dan kan jij ze bij elkaar binden.
A
vasthoudt
B
vasthoud
Slide 5 - Quiz
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
De nieuwe spits kon niet aan de (wekken) verwachtingen voldoen.
Slide 6 - Open question
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
De (ontslaan) medewerker zoekt nu een nieuwe baan.
Slide 7 - Open question
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
De rechtbank besloot beide verdachten tegelijk te (berechten)
Slide 8 - Open question
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
Pak nu onmiddellijk je boek en (houden) je mond.
Slide 9 - Open question
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
De burgers van het (beschieten) dorp vluchtten de bergen in.
Slide 10 - Open question
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
Gisteren (luiden, vt) de voorspelling nog regen en storm, maar nu schijnt de zon
Slide 11 - Open question
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
Thea en Bas waren zo laat vertrokken, zodat ze (vrezen, vt) te laat te komen.
Slide 12 - Open question
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
De dorpelingen liepen in stilte langs hun (verwoesten) huizen.
Slide 13 - Open question
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
De fotograaf (vergroten, vt) vorige week de foto.
Slide 14 - Open question
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
Het (verbazen, tt) me steeds weer dat er altijd wat moois bloeit in hun tuin.
Slide 15 - Open question
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
Dat er ook 's winters iets in de tuin bloeit, heeft me altijd (verbazen).
Slide 16 - Open question
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
Hoewel we de tekst goed geleerd hadden, (vergissen, vt) we ons vaak.
Slide 17 - Open question
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
De jachtopziener (bespieden, tt) een roedel herten.
Slide 18 - Open question
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
(raden) je zus nu wel het juiste antwoord?
Slide 19 - Open question
Vul de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord in:
de (verven) deur
Slide 20 - Open question
Vul de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord in:
de (haten) minister
Slide 21 - Open question
Vul de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord in:
de (verbreden) boulevard
Slide 22 - Open question
Vul de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord in:
de (bespreken) toets
Slide 23 - Open question
More lessons like this
*Toets werkwoordspelling
October 2022
- Lesson with
26 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
toets ww
February 2022
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Oefentoets werkwoordspelling
December 2020
- Lesson with
37 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
*Toets werkwoordspelling
April 2022
- Lesson with
42 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
werkwoordspelling/ verklein en meervoud samenstelling
December 2023
- Lesson with
40 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
werkwoordspelling pto3 v2 oefenen
May 2023
- Lesson with
47 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Woordenschat les 4 - WW spelling
March 2023
- Lesson with
28 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
ww-spelling + gebiedende wijs herhaling klas 1 voor 2A3
December 2023
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2