Log alvast in op LessonUp (de code staat linksonder in beeld).
§9 Meewerkend voorwerp
§11 Bijwoordelijke bepaling
Voordat we beginnen:
1AHA
GRAMMATICA
ZINSDELEN
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2
This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Open je boek alvast op blz 220-221.
Log alvast in op LessonUp (de code staat linksonder in beeld).
§9 Meewerkend voorwerp
§11 Bijwoordelijke bepaling
Voordat we beginnen:
1AHA
GRAMMATICA
ZINSDELEN
Slide 1 - Slide
Je weet wat het meewerkend voorwerp is.
Je weet hoe je het meewerkend voorwerp kunt vinden.
Je weet wat een bijwoordelijke bepaling aangeeft.
Lesdoelen
Slide 2 - Slide
In deze les gaan we:
Verder met Cursus 5: Grammatica zinsdelen.
De zinsdelen tot nu toe herhalen via LessonUp.
Leren hoe je het meewerkend voorwerp vinden.
Kijken naar wat een bijwoordelijke bepaling precies is.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Noteer van de volgende twee zinnen de persoonsvorm, het onderwerp, het werkwoordelijk gezegde en het lijdend voorwerp:
1. Mijn broertje wil elke dag uitslapen.
PV = OW =
WWG = LV =
2. Ik heb een nieuwe fiets gekocht.
PV = OW =
WWG = LV =
Twee zinnen ontleden
Slide 5 - Slide
Ik had gister een verkort lesrooster.
Benoem het zinsdeel 'had'.
sleep het juiste zinsdeel naar het vak hiernaast
timer
0:30
Onderwerp (ow)
werkwoordelijk gezegde (wg)
lijdend voorwerp
(lv)
persoonsvorm
bijwoordelijke
bepaling (bwb)
Slide 6 - Drag question
Die kapotte voetbalschoenen lopen nog altijd prima.
Benoem het zinsdeel 'die kapotte voetbalschoenen'.
sleep het juiste zinsdeel naar het vak hiernaast
timer
0:30
Onderwerp (ow)
werkwoordelijk gezegde (wg)
lijdend voorwerp
(lv)
meewerkend voorwerp (mv)
bijwoordelijke
bepaling (bwb)
Slide 7 - Drag question
Waarom geef je die oude sportschoenen aan je buurjongen?
Benoem het zinsdeel 'oude sportschoenen'
sleep het juiste zinsdeel naar het vak hiernaast
timer
0:30
Onderwerp (ow)
werkwoordelijk gezegde (wg)
lijdend voorwerp
(lv)
meewerkend voorwerp (mv)
bijwoordelijke
bepaling (bwb)
Slide 8 - Drag question
Mijn oom heeft afgelopen zondag 30 kilometer hardgelopen.
Benoem het zinsdeel 'heeft hardgelopen'
sleep het juiste zinsdeel naar het vak hiernaast
timer
0:30
Onderwerp (ow)
werkwoordelijk gezegde (wg)
lijdend voorwerp
(lv)
meewerkend voorwerp (mv)
bijwoordelijke
bepaling (bwb)
Slide 9 - Drag question
Herhalen
De scheidsrechter heeft een directe rode kaart gegeven.
persoonsvorm (pv):
onderwerp (ow):
zindeelstrepen:
werkwoordelijk gezegde:
lijdend voorwerp:
timer
3:00
Slide 10 - Slide
Het meewerkend
Een meewerkend voorwerp geeft aan voor wie iets bestemd is. Het meewerkend voorwerp is vaak een mens of een dier. Het mv komt voor bij werkwoorden die iets te maken hebben met 'vertellen' of met 'geven'.
Een meewerkend voorwerp kan beginnen met het woordje aan, maar dat hoeft niet.
voorwerp (mv)
Slide 11 - Slide
Het meewerkend
Let op: niet elke zin heeft een meewerkend voorwerp!
Het mv is namelijk het antwoord op de vraag: aan of voor wie + wg + ow + lv?
Wij hebben mijn neefje voor zijn verjaardag een bioscoopbon gegeven.
voorwerp (mv)
Slide 12 - Slide
De ober heeft de menukaart aan de gasten gegeven.
De ober / heeft / de menukaart / aan de gasten / gegeven.
pv = heeft
wg = heeft gegeven
ow = de ober
lv = de menukaart
mv = aan de gasten
Slide 13 - Slide
Herhalen
De scheidsrechter heeft de verdediger een directe rode kaart gegeven.
persoonsvorm (pv):
onderwerp (ow):
zindeelstrepen:
werkwoordelijk gezegde:
lijdend voorwerp:
meewerkend voorwerp:
timer
2:00
Slide 14 - Slide
www.taal-oefenen.nl
Slide 15 - Link
Uitlegvideo!
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
Wat?
Cursus 5 Grammatica zinsdelen§9 Meewerkend voorwerp (mv)
Havo: opdracht 1, 3 en 4 (blz. 220-221).
Vwo: opdracht 1 t/m 4 (blz. 220-221).
Hoe?
Zelfstandig. De eerste vijf minuten in stilte, daarna overleggen.
Hulp
Steek je vinger op als je een vraag hebt.
Tijd
10 minuten. Daarna gaan we afronden.
Klaar?
Oefen verder op: https://www.cambiumned.nl/zinsdelen/