Log alvast in op LessonUp (de code staat linksonder in beeld).
§9 Meewerkend voorwerp
§11 Bijwoordelijke bepaling
Voordat we beginnen:
1AHA
GRAMMATICA
ZINSDELEN
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2
This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Open je boek alvast op blz 224-225.
Log alvast in op LessonUp (de code staat linksonder in beeld).
§9 Meewerkend voorwerp
§11 Bijwoordelijke bepaling
Voordat we beginnen:
1AHA
GRAMMATICA
ZINSDELEN
Slide 1 - Slide
Je weet wat een bijwoordelijke bepaling aangeeft.
Je weet hoe je een bijwoordelijk bepaling kunt vinden in een zin.
Je hebt vragen kunnen stellen over de behandelde zinsdelen.
Lesdoelen
Slide 2 - Slide
In deze les gaan we:
Verder met Cursus 5: Grammatica zinsdelen.
De zinsdelen tot nu toe herhalen via LessonUp.
Leren hoe je de bijwoordelijk bepaling kunt vinden.
Gezamenlijk afronden.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Noteer van de volgende twee zinnen de persoonsvorm, het onderwerp, het werkwoordelijk gezegde en het lijdend voorwerp:
1. Mijn broertje wil elke dag uitslapen.
PV = OW =
WWG = LV =
2. Aan alle leerlingen van de school is een brief gestuurd.
PV = OW =
WWG = LV =
Twee zinnen ontleden
Slide 6 - Slide
Die kapotte voetbalschoenen lopen nog altijd prima.
Benoem het zinsdeel 'lopen'.
sleep het juiste zinsdeel naar het vak hiernaast
timer
0:30
Onderwerp (ow)
werkwoordelijk gezegde (wg)
persoonsvorm (pv)
meewerkend voorwerp (mv)
bijwoordelijke
bepaling (bwb)
Slide 7 - Drag question
Mijn vader is drie weken geleden van de trap gevallen.
Benoem het zinsdeel 'is gevallen'.
sleep het juiste zinsdeel naar het vak hiernaast
timer
0:30
Onderwerp (ow)
werkwoordelijk gezegde (wg)
lijdend voorwerp
(lv)
persoonsvorm
bijwoordelijke
bepaling (bwb)
Slide 8 - Drag question
In verband met het onderzoek zette de recherche het strand af met hekken.
Benoem het zinsdeel 'het strand'.
sleep het juiste zinsdeel naar het vak hiernaast
timer
0:30
Onderwerp (ow)
werkwoordelijk gezegde (wg)
lijdend voorwerp
(lv)
meewerkend voorwerp (mv)
bijwoordelijke
bepaling (bwb)
Slide 9 - Drag question
In de buurt van Lelystad ontdekte de politie gisteren bij toeval een wietplantage. Benoem het zinsdeel 'een wietplantage'.
sleep het juiste zinsdeel naar het vak hiernaast
timer
0:30
Onderwerp (ow)
werkwoordelijk gezegde (wg)
lijdend voorwerp
(lv)
meewerkend voorwerp (mv)
bijwoordelijke
bepaling (bwb)
Slide 10 - Drag question
In de buurt van Lelystad ontdekte de politie gisteren bij toeval een wietplantage. Benoem het zinsdeel 'gisteren'.
sleep het juiste zinsdeel naar het vak hiernaast
timer
0:30
Onderwerp (ow)
werkwoordelijk gezegde (wg)
lijdend voorwerp
(lv)
meewerkend voorwerp (mv)
bijwoordelijke
bepaling (bwb)
Slide 11 - Drag question
In de buurt van Lelystad ontdekte de politie gisteren bij toeval een wietplantage. Benoem het zinsdeel 'in de buurt van Lelystad'.
sleep het juiste zinsdeel naar het vak hiernaast
timer
0:30
Onderwerp (ow)
werkwoordelijk gezegde (wg)
lijdend voorwerp
(lv)
meewerkend voorwerp (mv)
bijwoordelijke
bepaling (bwb)
Slide 12 - Drag question
De bijwoordelijke
Een bijwoordelijke bepaling geeft vaak een tijd, plaats of reden aan. Oftewel: wanneer, waar of waarom iets gebeurd. Een bwb geeft antwoord op de 5 W en H vragen. Let op: niet elke zin heeft een bijwoordelijke bepaling!
Door zwaar onweer ging de wedstrijd gisteravond niet door.
bepaling (bwb)
Slide 13 - Slide
De bijwoordelijke
Soms zijn bijwoordelijke bepalingen niet zo makkelijk te vinden omdat je vragen als waar?, wanneer? etc. niet kan stellen. Maar als je de zinnen op de juist manier ontleedt, blijven ze vanzelf over.
bepaling (bwb)
Slide 14 - Slide
Uitlegvideo!
Slide 15 - Slide
Wat?
Cursus 5 Grammatica zinsdelen§11 Bijwoordelijke bepaling (bwb)
Havo: opdracht 1, 2, 3 en 4 (blz. 224-225).
Vwo: opdracht 1, 2, 4 en 5 (blz. 224-225).
Hoe?
Zelfstandig. De eerste vijf minuten in stilte, daarna overleggen.
Hulp
Steek je vinger op als je een vraag hebt. Gebruik je samenvatting.
Tijd
15 minuten. Daarna gaan we afronden.
Klaar?
Huiswerk voor donderdag
timer
15:00
Oefen verder via deze link. Ook handig voor het SO!
Slide 16 - Slide
www.mrchadd.nl
Slide 17 - Link
Je weet wat een bijwoordelijke bepaling aangeeft.
Je weet hoe je een bijwoordelijk bepaling kunt vinden in een zin.
Je hebt vragen kunnen stellen over de behandelde zinsdelen.
Lesdoelen
Slide 18 - Slide
'Janneke heeft haar jas opgehangen.'
Wat is het lijdend voorwerp?
Slide 19 - Open question
Welke vraag stel je om het meewerkend voorwerp te vinden?
Slide 20 - Open question
'Mijn zusje wil volgende week een paar nieuwe sneakers voor mij kopen.'
Ontleed de zin. Volg de stappen van de samenvatting.
Slide 21 - Open question
Geef jij je neefje ook een stukje taart?
Benoem het zinsdeel je neefje'
sleep het juiste zinsdeel naar het vak hiernaast
Onderwerp (ow)
naamwoordelijk gezegde (wg)
lijdend voorwerp
(lv)
meewerkend voorwerp (mv)
bijwoordelijke
bepaling (bwb)
Slide 22 - Drag question
Tijdens de vakantie is iedereen vast en zeker zeer vrolijk.