Begin schooljaar klas 2021-2022

1 / 15
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare school

This lesson contains 15 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Planung 
- Wie waren die Ferien?
- Regeln 
- Wiederholung Verben
- Verben Bingo 
 

Slide 2 - Slide

Wie waren die Ferien?

Slide 3 - Slide

Regeln 
- Je doet goed mee en luistert naar mij en anderen.
- Je respecteert elkaar.
- In de les gebruik je je mobiel of laptop alleen als dat       aangegeven wordt. 
- Heb je dorst of honger, vraag dan even of je wat mag eten en drinken?
- We hebben een gezellige tijd met elkaar.
- Kom naar me toe als je ergens mee zit of moeite mee hebt.



Slide 4 - Slide

Wiederholung Verben

Slide 5 - Slide

alle gewone zwakke werkwoorden:"spielen"
ich..............stam +
du..............stam  +
er/sie/es.....stam  +
wir..............stam  +
ihr..............stam  +
sie/Sie........stam  +
(fe)e st t en t en

e   (spiel+e)
st  (spiel+st)
t  (spiel+t)
en  (spiel+en)
t  (spiel+t)
en  (spiel+en)
voltooid dw: gespielt

voltooid deelwoord: gespielt

Slide 6 - Slide

speciale werkwoorden....let weer op bij du en bij er/sie/es en ihr
rechnen  (rekenen)             gerechnet
regnen   (regenen)             geregnet              
zeichnen (tekenen)             gezeichnet
öffnen   (openen)                geöffnet
atmen   (ademen)               geatmet
deze gaan net zo als de werkwoorden die eindigen op t of d

Slide 7 - Slide

alle zwakke werkwoorden die in de stam eindigen op een s-klank (s/ß/z) :"reisen"

ich..............stam +
du..............stam  +
er/sie/es.....stam  +
wir..............stam  +
ihr..............stam  +
sie/Sie........stam  +
let op bij "du" !!!
(fe) e st t en t en)


e  (reis+e)
t   (reis+t).....dus géén s!!
t   (reis+t)
en (reis+en)
t    (reis+t)
en  (reis+en)
voltooid dw: gereist

Slide 8 - Slide

'haben' en 'sein'

Herhaal nu de rijtjes van;

- haben = hebben

- sein = zijn


Slide 9 - Slide

werden:(onregelmatig)
betekenis 1: worden
betekenis 2: zullen

Voorbeeld 1:
Ich werde morgen 13 Jahre alt.
(ik word morgen 13 jaar oud)

Voorbeeld 2: Ich werde später die Hausaufgaben machen.
(ik zal later het huiswerk maken)

ich werde
du wirst
er/sie/es wird
wir werden
ihr werdet
sie/Sie werden

voltooid dw: geworden

Slide 10 - Slide

Modalverben & wissen


Was wisst ihr noch über die Modalverben?

Hoe zat het ook alweer met deze werkwoorden?

Slide 11 - Slide

Wat zijn de verschillen?
1. ich  en  er/sie/es/men  hebben geen uitgang
2. in het enkelvoud staat een andere klinker dan in het meervoud (behalve sollen)

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

wissen

Slide 14 - Slide

Ezelsbrug
De Klas Moet Maar Snel Weg Wezen

Slide 15 - Slide